Unité 4 "Tu habites où?"

Unité 4 'Tu habites où?'
Na deze Unité  kan ik:
  • begrijpen wat David over zijn huis vertelt en hoe je in het Frans de weg wijst.
  • Een gesprek begrijpen waarin iemand naar de weg vraagt en uitleg krijgt.
  • Een gesprek begrijpen waarin iemand iets over zijn huis en kamer vertelt.

Als er tijd over is, kan ik:
  • Een korte informatieve tekst begrijpen over wonen en mijn woonomgeving.
  • De weg vragen en wijzen en de inrichting van mijn eigen kamer beschrijven.
  • In eenvoudige zinnen mijn huis en mijn woonomgeving beschrijven.
Grammatica: werkwoord 'aller' & ontkenning (ne....pas)
1 / 43
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unité 4 'Tu habites où?'
Na deze Unité  kan ik:
  • begrijpen wat David over zijn huis vertelt en hoe je in het Frans de weg wijst.
  • Een gesprek begrijpen waarin iemand naar de weg vraagt en uitleg krijgt.
  • Een gesprek begrijpen waarin iemand iets over zijn huis en kamer vertelt.

Als er tijd over is, kan ik:
  • Een korte informatieve tekst begrijpen over wonen en mijn woonomgeving.
  • De weg vragen en wijzen en de inrichting van mijn eigen kamer beschrijven.
  • In eenvoudige zinnen mijn huis en mijn woonomgeving beschrijven.
Grammatica: werkwoord 'aller' & ontkenning (ne....pas)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bonjour!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Le programme
  • Planning | 5'
  • Vocabulaire | 5'
  • Aller et la négation | 5'
  • Au travail | 10'
Chanson: Dans ma chambre...
Chanson finie?
> livres + cahiers + ordinateur sur la table.
> Connecté sur www.lessonup.app

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Planning
"Ik weet wat de planning is voor periode 3 bij Frans."
  1. Luistertoets | 10%  | 25 mai
     Unité 4 'Tu habites où' 
     
  2. Taaltaak | 10%  | 8 juin
     
  3. Leertoets + lezen | 15%
    Unité 3 + 4 vocabulaire  


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

vertaal : de keuken
A
la cousine
B
le cousin
C
le cuisinier
D
la cuisine

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

vertaal : de tafel
A
le falafel
B
la table
C
la maison
D
le lit

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

vertaal : de trap
A
l'escalier
B
l'appartement
C
la chaise
D
l'ascenseur

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Ma chambre est au premier
A
grenier
B
appartement
C
balcon
D
étage

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Une fenêtre
Une
chaise
Un
lit
une table
Un mur

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Le jardin
La cuisine
Le grenier
Le garage
Le salon
Le couloir
La salle de bains
La chambre

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Aller
Gaan 
Je 
Ik ga
Tu 
Jij gaat
Il / elle  
Hij / zij ga
on 
wij gaan
nous 
wij gaan
vous 
jullie gaan / u gaat
Ils / Elles 
zij gaan
Verbe "Aller" - Apprendre 3
vas
va
vont
allons
vais
allont
allez
va

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Grammaire 'La négation' 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

français
néerlandais
ne .... pas
ne .... plus
ne .... jamais
ne .... rien
ne .... personne
La négation - Apprendre 5 
niet ... meer
niets
niemand
niet / geen
nooit

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Ik heb de stoel niet meer.
Grammaire 'La négation' 
ai
plus
je/j'
la
ne/n'
chaise

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Correction 16C
Grammaire 'La négation' - p.124

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

"Ik kan ontkennend reageren op een vraag."
  1. Travaillez à deux: exercice 16D-A , p.124    "Tu danses dans un groupe?

     
    > Non, .............................................................niet 

Fini? Door met 16D-B, p.125
timer
4:00
Grammaire 'La négation' - p.130-132

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Fin du cours - les objectifs

  • Ik kan ontkennend reageren op een vraag.
  • Ik kan een kamer beschrijven.

Les devoirs pour mercredi:
Apprendre 6  & exercices 17 et 18.
  • Zet hw in je planner.
     
  • Stoelen aanschuiven.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Écouter (p.126-129)
"Je kunt begrijpen wat voor woord / naam iemand spelt."
Exercice 11 - Prononciation - p.127
timer
10:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Écouter (p.126-129)
"Je kunt een gesprek begrijpen waarin iemand naar de weg vraagt en uitleg krijgt."
"Je kunt een gesprek begrijpen waarin iemand iets over zijn huis en kamer vertelt."
Exercice 12, p. 127
Globaal luisteren
Exercice 13, p.128
Gedetailleerd luisteren

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire!
Tu vas dessiner une pièce:
  1. Woonkamer
  2. Keuken / eetkamer
  3. Slaapkamer
  4. Badkamer

Exigences
  • Duidelijke tekening + naam klein erop.
  • Titel: in het Frans de naam van de kamer.
  • Minimaal 5 "items" in de kamer + de benaming in het Frans. (gebruik boek! - Unité 4)
  • Beschrijf de kamer, bijvoorbeeld: "links van het raam staat een bed" etc.
     
  • Aan het einde inleveren bij docent.
timer
10:00
Interglot: Bank

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire!
Nu:
  • Geef een denkbeeldige rondleiding door "jullie" huis. 
  • Start bij de voordeur.
  • Gebruik woorden als: links, rechts, rechtdoor.
  • Vertel waar bepaalde items staan.

Exemple
* Voilà la porte
* On va à gauche. À gauche il y a la salle de séjour.
* Dans la salle de séjour il y a un canapé.
* À droite du canapé il y a une table etc.
timer
10:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Fin du cours - les objectifs
  • Je kunt begrijpen wat voor woord iemand spelt in het Frans.
  • Je kunt een gesprek begrijpen waarin iemand naar de weg vraagt en uitleg krijgt.
  • Je kunt een gesprek begrijpen waarin iemand iets over zijn huis en kamer vertelt.
  • Je kunt iemand rondleiden in jouw denkbeeldige huis.

Les devoirs - Luistertoets!
Vocabulaire: apprendre 1,2,4,6,8,10
Herhaal! exercices: 9, 11, 12, 13, 14
  • Zet hw in je planner.
     
  • Stoelen aanschuiven.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Le programme
  • Vocabulaire: Unité 4 | 10'
  • Prépositions/voorzetsles | 10'
  • Lecture | 20'
Chanson finie?
> livres + cahiers + ordinateur sur la table.
> Connecté sur www.lessonup.app

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire! | Unité 4
www.quizlet.live

Oefenen met Quizlet?
Meld je aan bij de klas A1/G1

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Welk voorzetsel past het best bij het plaatje?
Les prépositions - de voorzetsels
devant
sur
à côté de
dans
sous

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Dessine la pièce
Lis la description et dessine la pièce
  • C'est la salle de séjour.
  • La salle de séjour est très grande.
  • À gauche il y a la porte vers la cuisine et à droite il y a la porte vers le jardin.
  • Tout droit il y a trois grandes fenêtres.
  • Au milieu il y a un canapé pour trois personnes.
  • Devant le canapé il y a une table qui n'est pas haut. 
  • Et en face du canapé il y a la télé. La télé est sous la deuxième fenêtre.
  • À côté du canapé il y a une petite table.
  • À gauche, à côté de la porte, il y a une armoire.
  • Voilà, ça c'est notre salle de séjour.
timer
5:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Dessine la pièce

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Lire Extra | Dossier Ma maison à moi
Page 146-149 | En ligne 4.2 'Lire' - Menu au choix
  • Ensemble: onderwerp, titel, tips
  • Individuellement:
    - Éen ster:  1-7 (p.147)

    - Twee sterren: 1-7 (p.147-148)

    Snel/extra uitdaging?
    - Drie sterren 1-7 (p.148-149) 


timer
15:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

G1  - Luistertoets - mercredi le 15 juin
Voor de toets
  • Telefoon op stil (telefoontas)  alléén zwarte/blauwe pen  (geen etuis) op tafel
  • Geen toetsblaadje nodig!
Tijdens de toets
  • Afkijken/praten = 1,0 

Tip;
  • Lees de vragen meteen goed door. 
  • Bedenk op welke Franse woorden je moet gaan letten.
timer
1:00

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Le programme
  • Test diagnostique | 15'
  • Jeu: woordzoeker | 10'
  • Vocabulaire: apprendre 4 | 10'
  • Finir: tips & tops | 5'
Chanson: "aller"
Chanson finie?
> livres + cahiers + ordinateur sur la table.
> Connecté sur www.lessonup.app

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Test diagnostique
En ligne! 
  • Unité 3 > 3.8 'Diagnostische toets'
    onderdeel 'Vocabulaire'
  • Unité 4 > 4.8 'Diagnostische toets'
    onderdeel 'Vocabulaire'

    Fini?
    Oefen verder met vocabulaire
     
timer
15:00

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Jeu: woordzoeker
Je kunt zelf een woordzoeker maken én die van iemand anders oplossen.
Vocabulaire Unité 3 + 4!
  • Schrijf 12 Nederlandse woorden op de streepjes.
  • Zet die 12 woorden in het Frans in de woordzoeker. (horizontaal, verticaal, diagonaal).
  • Vul de overgebleven hokjes in met random letters.
  • Klaar? Steek je vinger op. Je krijgt die van iemand anders om op te lossen. 
timer
5:00

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire! | Unité 4
www.quizlet.live

Quizlet Live 
individuellement!

Les cours: tips!
Welke tip(s) heb jij nog voor de lessen Frans?
(wat zou beter kunnen qua lessen?)  -anoniem

Slide 40 - Open question

This item has no instructions


Les cours: tops!
Welke top(s) heb jij voor de lessen Frans?
(waar moet ik volgend jaar vooral mee doorgaan?) - anoniem 

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

je peux aller aux.....s'il vous plaît ?
A
jardin
B
bureau
C
balcon
D
toilettes

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions