Herhaling Bevolking en Ruimte H4 H5 H6

HERHALING
H4 Bevolking en ruimte in Nederland
H5 Bevolking en Ruimte in Duitsland
H6 Bevolking en Ruimte in China
1 / 54
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

HERHALING
H4 Bevolking en ruimte in Nederland
H5 Bevolking en Ruimte in Duitsland
H6 Bevolking en Ruimte in China

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke 4 groepen migranten zijn er in Nederland?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Noem 2 gevolgen van de daling van het geboortecijfer in Nederland

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Geeft 2 redenen waarom er vergrijzing is in Nederland

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Geef 2 reden waarom er ontgroening is in Nederland

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Een verzorgingsgebied is het gebied waar de klanten van een voorziening vandaan komen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is reikwijdte?
A
Afstand tot voorzieningen
B
Afstand die klanten willen afleggen voor de voorzieningen
C
Hoe ver weg de klanten wonen
D
Het gebied waar de voorziening verantwoordelijk voor is

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Drempelwaarde is het minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te verdwijnen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor is de reikwijdte toegenomen in Nederland?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wat is urbanisatie?
A
Mensen trekken naar de dorpen.
B
Mensen verhuizen.
C
Mensen verhuizen naar de steden.
D
Mensen zijn op zoek naar ruimte en een grote woning.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is suburbanisatie?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat is een gevolg van suburbanisatie in Nederland?
A
Er ontstaan agglomeraties.
B
Er verdwijnen voorzieningen in de dorpen.
C
De werkgelegenheid in de stad verdween.
D
Mensen kregen een auto.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een agglomeratie? Leg uit

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Kies de juiste volgorde van migratie binnen Nederland
A
Urbanisatie-reurbanisatie- suburbanisatie
B
Reurbanisatie-suburbanisatie-urbanisatie
C
Suburbanisatie-urbanisatie-reurbanisatie
D
Urbanisatie-suburbanisatie-reurbanisatie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een stedelijk gebied? Leg uit

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Wat zie je op de foto?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Wat is een concentrisch groeimodel?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat is een meerkernen groeimodel?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Zet deze foto's in goede volgorde
A                                                 B



C                                                 D

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je iemand die in een andere plaats woont dan dat hij of zij werkt

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Wat is een gevolg van forensisme?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de 2 oorzaken voor de vergrijzing in Duitsland?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Geef 2 oorzaken voor de ontgroening in Duitsland

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Na 1950 kwamen er vier groepen immigranten richting Duitsland.
Welke onderstaande groep klopt niet?
A
Volksduitsers uit Oost-Europa
B
Veel gastarbeiders uit landen rond Mid.Zee
C
Landen uit voormalige koloniën zoals Suriname
D
Vluchtelingen uit Syrië, Afghanistan etc.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Oost-Duitsland was tot 1989
A
kapitalistisch
B
communistisch

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

In welk jaar valt de Berlijnse muur
(en het communisme)
A
1956
B
1963
C
1975
D
1989

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

In je boek staat dat veel mensen het oude Oost-Duitsland verlieten, dat waren vooral....
A
oude mensen
B
jonge mensen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is NIET een goed voorbeeld van een afstotingsfactor?
A
Goed bereikbaar
B
Hoge werkloosheid
C
Veel leegstand van huizen
D
Slechte bereikbaarheid

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is NIET een goed voorbeeld van een aantrekkingsfactor
A
Goed bereikbaarheid
B
Lage werkloosheid
C
Veel leegstand van huizen
D
Lage belastingen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Veel jongeren trekken weg uit het oosten van Duitsland.
Dit heeft geleid tot een braindrain.
Geef de oorzaak waardoor het wegtrekken van jongeren uit het oosten van Duitsland heeft geleid tot een braindrain.
A
Het oosten van Duitsland is kansrijk voor veel jongeren
B
hoog opgeleide jongeren trokken weg
C
Er is veel moderne landbouw in het Oosten van Duitsland
D
Het Ruhrgebied (vlak over de grens) is een grote trekpleister

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

De leegloop in het voormalige Oost-Duitsland is dramatisch. Welke stad is daarop een uitzondering?
A
Hamburg
B
Munchen
C
Berlijn
D
Magdeburg

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Waarom kwam de suburbanisatie in Berlijn na 1990 op gang?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Vooral de mensen met hoge inkomens trokken weg uit Berlijn, ze trokken weg uit..
A
buitenwijken
B
binnenstad
C
nieuwbouwwijken
D
agglomeraties

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Het Ruhrgebied is ...
A
een zeehaven
B
high-tech industrie
C
de hoofdstad en regeringsstad
D
industriegebied

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Het Ruhrgebied is een krimpgebied.
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Waarom werd het Ruhrgebied na 1960 een krimpgebied?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Ruhrgebied
Bremen en Hamburg
Berlijn
Frankfurt
Stuttgart en München
hightech
haven
industriegebied
financiën
hoofdstad

Slide 37 - Drag question

This item has no instructions

Over het Ruhrgebied en de Randstad worden twee uitspraken gedaan.     
→ Geef aan of de uitspraak juist of onjuist is. 
Juist
Onjuist
Uitspraak 1: zowel het Ruhrgebied als de Randstad zijn stedelijke zones. 
Uitspraak 2: in de Randstad werken in verhouding meer mensen in de industriesector dan in het Ruhrgebied.

Slide 38 - Drag question

Opmerking
Het scorepunt alleen toekennen bij twee juiste antwoorden.
90% van de bevolking is Han - Chinees
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

De Han - Chinezen wonen vooral in het westen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Eenkindpolitiek: Gezinnen mogen niet meer dan 1 kind
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

In 1970 werd het eenkindpolitiek ingevoerd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Noem een voordeel van het eenkindpolitiek

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Noem 3 nadelen van het eenkindpolitiek

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

De trek van het platteland naar de stad noem je?
A
urbanisatie
B
suburbanisatie
C
ruraal - urbane migratie

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Het gevolg van urbanisatie zijn megasteden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Een megastad is een stad met meer dan 15 miljoen inwoners
A
Waar
B
Niet waar

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Het Chinese systeem dat je niet mag verhuizen, heet het...
A
Hoisin - systeem
B
Hong Kong-systeem
C
Hukou - systeem
D
Xi Jing Pin -systeem

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

China wil niet dat het binnenland helemaal leegloopt als gevolg van de trek naar de stad. Welke maatregel nemen ze NIET?
A
infrastructuur verbeteren
B
belasting verlaging
C
hogere lonen
D
minder strenge milieuregels

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Braindrain is
A
Drainage van de vochtige grond
B
Gebied waar het aantal inwoners daalt
C
De relatie tussen mensen in een wijk
D
Het vertrek van hoger opgeleide uit een gebied.

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

De participatie in een Hutong is groot als gevolg van de bebouwingsdichtheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

Welke gassen zijn verantwoordelijk voor vervuilde lucht in de steden?
A
Zwaveldioxide (SO2)
B
smog
C
lachgas
D
Koolstofdioxide (CO2)

Slide 52 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is er het meest vervuiling in Chinese steden
A
Zomer
B
Lente
C
Winter
D
Herfst

Slide 53 - Quiz

This item has no instructions

Noem 3 maatregelen tegen congestie en smog

Slide 54 - Open question

This item has no instructions