Recap T1

Recap T1
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Recap T1

Slide 1 - Slide

Some

  • 'enkele' of 'wat'
  • als je zeker weet dat het antwoord op de vraag 'ja' is
  • 'Can I have some water, please?'
Any

  • bij ontkenningen als je 'geen enkele' of 'helemaal geen' bedoelt
  • bij vragen als je 'wat' bedoelt

Slide 2 - Slide

Maak een zin met 'some' en een zin met 'any'

Slide 3 - Slide

Maak een zin met 'some' en een zin met 'any'
- I have some money left in my pocket.
I don't have any time to study

Slide 4 - Slide

Meervoud

Slide 5 - Slide

They were the ... of our school. (hero)

Slide 6 - Slide

They were the ... of our school. (hero)
heroes

Slide 7 - Slide

There weren't enough ... for the guests. (table)

Slide 8 - Slide

There weren't enough ... for the guests. (table)
tables

Slide 9 - Slide

The city was full of old ... (church)

Slide 10 - Slide

The city was full of old ... (church)
churches

Slide 11 - Slide

This / these

  • dichtbij
  • this - enkelvoud
  • these - meervoud
  • (over)here
That / those

  • ver weg
  • that - enkelvoud
  • those - meervoud
  • (over)there

Slide 12 - Slide

Do you want to go to ... Italian restaurant over there?

Slide 13 - Slide

Do you want to go to ... Italian restaurant over there?
that

Slide 14 - Slide

... fried potatoes on the other side of the table look delicious

Slide 15 - Slide

... fried potatoes on the other side of the table look delicious
those

Slide 16 - Slide

The, a, an
  • We gebruiken 'the' in het Engels voor 'de' of 'het'
  • Als je weet over welke persoon, dier of ding het gaat, gebruik je 'the'
  • 'a' en 'an' worden gebruikt als 'een', dit is bij dingen in het algemeen
  • 'an' wordt gebruikt als het zelfstandig naamwoord begint met een klinker, dus a, o, u, i, e, au of ai
  • 'a' wordt gebruikt als het zelfstandig naamwoord niet met een klinker begint.
  • Let op de uitspraak van het zelfstandig naamwoord!

Slide 17 - Slide

She's wearing ... uniform.
A
the
B
a
C
an

Slide 18 - Quiz

He is ... honest man.
A
the
B
a
C
an

Slide 19 - Quiz

... book is on the table.
A
the
B
a
C
an

Slide 20 - Quiz

... president gave a speech
A
the
B
a
C
an

Slide 21 - Quiz

It looks like ... palace
A
the
B
a
C
an

Slide 22 - Quiz

Gebiedende wijs
  •  De gebiedende wijs gebruik je om te zeggen wat iemand moet doen.
  • Gebruik het hele werkwoord hiervoor

Slide 23 - Slide

Bedenk een zin met de gebiedende wijs

Slide 24 - Slide

Bedenk een zin met de gebiedende wijs
- Go to school!
- Eat your vegetables

Slide 25 - Slide