Les 11 hoofdstuk 1 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

 Hoofdstuk 1 Spelling

Pak je boek erbij op bladzijde 60

Wat gaan we in deze les doen?

• Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
• Oefenen 
• Leestekens

Persoonsvorm in
tegenwoordige tijd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

• Ik - vorm = stam
• Hij/ jij/ zij/ het  = stam + t
• Wij/ jullie / zij = hele werkwoord

• Staat 'jij' achter de persoonsvorm? dan schrijf je geen -t !

(Lopen) ________ jij naar de supermarkt?

1. Loopt
2. Lopen
3. Loop
4. Liep

Sanne __________ (verliezen) van Pieter met schaken.

1. Verliest
2. Verliezen
3. Verloor
4. Verlies

De jongens __________ (helpen) de oudere man met het schilderen van zijn huis.

1. Hielpen
2. Help
3. Helpt
4. Helpen

Ik__________ (vinden) het niet eerlijk dat ik geen snoepje krijg.

1. Vind
2. Vond
3. Vindt
4. Vinden

Aan de slag!

• Jullie gaan nu opdracht 3, 4 en 5 maken
• De eerste paar minuten werken jullie alleen en in stilte, daarna mogen jullie overleggen.
• Klaar? Lees 'Leestekens'  op bladzijde 61 van je boek.
• Jullie werken 10 minuten maximaal. 

Nakijken

Opdracht 3, 4 en 5

Leestekens

Leestekens

Punt	Aan het einde van een zin
Komma	Opsomming of tussen twee pv's
Vraagteken	Na een vraag
Uitroepteken	Na een uitroep of bevel
Aanhalingstekens	Citaat of speciale aandacht geven aan een woord

Aan de slag!

• Jullie gaan opdracht 7 en 9  maken
• Deze opdrachten maak je alleen en in stilte
•  Klaar? Ga naar de online methode en ga aan de slag met 'versterk jezelf'
• Jullie werken 10 minuten

Nakijken

Opdracht 7 en 9