werkwoordspelling

We gaan nu 10 minuten lezen

timer
10:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

We gaan nu 10 minuten lezen

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Planning deze les
werkwoordspelling uitleg
oefenen werkwoordspelling

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je weet hoe je werkwoorden kunt spellen in de : tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooide tijd
oefenen werkwoordspelling

Slide 3 - Slide

Werkwoordspelling: d of t?
gebruik je oren
Smurfen of verlengen

Slide 4 - Slide

Smurfen of verlengen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Verleden tijd en voltooide tijd

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

't exkofschip / 't Sexyfokschaap

Slide 10 - Slide

Maak onderstaande oefening in je schrift.
  1. Men vindt dat hij de verdediging heeft............. (verwaarlozen). 
  2. Hij (klussen) ........ gisteren de hele dag.
  3. Hij (worden) ......... morgen verrast.
  4. Zij (bestuderen).......... de stof erg goed. (tt)
  5. Opa (gebruiken)............ vroeger veel suiker. 
  6. Jan en Sandra (koken).................. gisteren spaghetti voor hun familie.
  7. Isa (hoesten)............. drie keer achter elkaar. (vt)
  8.  Ik (geloven) ......................dat sterke verhaal niet. (vt)
  9. Jullie (horen) ............................hem dat twee dagen geleden zeggen.
  10. Tijdens de finale is iedereen aan de buis (kluisteren).................

Slide 11 - Slide

Kijk de oefening goed na. Markeer je fouten, zodat je weet waar je nog aan moet werken.
  1. Men vindt dat hij de verdediging heeft VERWAARLOOSD. 
  2. Hij KLUSTE gisteren de hele dag.
  3. Hij WORDT morgen verrast.
  4. Zij BESTUDEERT of BESTUDEREN de stof erg goed. (tt)
  5. Opa GEBRUIKTE vroeger veel suiker. 
  6. Jan en Sandra KOOKTEN gisteren spaghetti voor hun familie.
  7. Isa HOESTTE drie keer achter elkaar. (vt)
  8.  Ik GELOOFDE dat sterke verhaal niet. (vt)
  9. Jullie HOORDEN hem dat twee dagen geleden zeggen.
  10. Tijdens de finale is iedereen aan de buis GEKLUISTERD.

Slide 12 - Slide

De volgende werkwoordsvormen komen voor in deze toets:

1.    persoonsvorm tegenwoordige tijd (verbrandt)
2.    persoonsvorm verleden tijd (verbrandde)
3.    voltooid deelwoord (verbrand)



Slide 13 - Slide

Waar vind je de leerstof?

Overzicht leerstof in Teams

Toolboxen in Plot (kijk in Magister welke)


TOOLBOXEN:
-zelfstandig naamwoord en lidwoord
-bijvoeglijk naamwoord
-hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord

-werkwoord
-werkwoordspelling 1

-spelling - leestekens bij zinnen
-spelling - woorden met of zonder hoofdletter



Oefenen

-Blink spellingapp hoofdstuk 5 (wel of geen hoofdletter) en hoofdstuk 6 (leestekens)

-Blink werkwoordspellingapp: persoonsvorm tegenwoordige tijd/ persoonsvorm verleden tijd/ voltooid deelwoord.

Slide 14 - Slide

OEFENEN

-Blink spellingapp hoofdstuk 5 (wel of geen hoofdletter) en hoofdstuk 6 (leestekens)

-Blink werkwoordspellingapp: persoonsvorm tegenwoordige tijd/ persoonsvorm verleden tijd/ voltooid deelwoord.

Slide 15 - Slide

Huiswerk vrijdag 11 oktober
In de les (van een invaldocent) maak je een oefentoets. Bereid je daar zo goed mogelijk op voor. 

Kijk in Magister bij de toets Nederlands wat je moet kennen en kunnen. 

Slide 16 - Slide

Huiswerk woensdag 16 oktober
App werkwoordspelling in PLOT. Zover mogelijk doorwerken. (ong. kwartier per dag)
Kijk voor extra uitleg in de toolbox Werkwoordspelling

Slide 17 - Slide

We gaan nu 10 minuten lezen

timer
10:00

Slide 18 - Slide

Planning deze les
Bespreken oefentoets werkwoordspelling 


Slide 19 - Slide

Lesdoelen
Je weet hoe je werkwoorden kunt spellen in de : tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooide tijd
oefenen werkwoordspelling

Slide 20 - Slide

Reflectie in je schrift
Beschrijf per onderdeel hoe het ging en waar je nog aan moet werken.

  • Woordsoorten (lidwoord, zelfstandig naamwoord, voltooid deelwoord)
  • Hulpwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden
  • Werkwoordspelling
  • Hoofdletters en leestekens.

Slide 21 - Slide

Aan de slag
Woordsoorten: jufmelis.nl

hulpwerkwoorden en werkwoorden:

Werkwoordspelling: app werkwoordspelling + Plot werkwoordspelling

Hoofdletters en leestekens. 

Slide 22 - Slide