Quiz kindlijn LW6

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

Quiz Methodisch handelen

Kindlijn

Methodisch handelen is

1. het opstellen van doelen
2. intuïtief handelen
3. een systematische aanpak
4. samenwerken met naasten

Door methodisch handelen leer je op een gestructureerde manier je doel te bereiken.

1. Waar
2. Niet waar

Uitspraak 1: Methodisch handelen is niet lineair.
Uitspraak 2: Een kenmerk van methodisch handelen is
doelgericht werken

1. Uitspraak 1 is juist, Uitspraak 2 is onjuist
2. Uitspraak 1 is onjuist, Uitspraak 2 is juist
3. Beide uitspraken zijn juist
4. Beide uitspraken zijn onjuist

hoe handel je methodisch

1. doelgericht, planmatig, systematisch
2. overleggen en beleid maken
3. observeren en rapporteren
4. samenwerken en overdragen

Methodisch werken draagt bij aan het voorkomen van onnodige handelingen

1. waar
2. niet waar

Informatie verzamelen is de tweede stap bij methodisch handelen. Waar of niet waar

1. Waar
2. Niet waar

De kwaliteit van de werkzaamheden in het onderwijs wordt verbeterd als er methodisch gewerkt wordt. Welke uitspraak is ONJUIST over het methodisch handelen ?

1. Je evalueert wanneer je dat uitkomt tijdens het werk.
2. Evalueren levert verbeterpunten op waardoor je kwaliteit van de werkzaamheden verbetert.
3. Doordat je alles uitwerkt op papier is de kans klein dat je taken vergeet.
4. Je werkt zorgvuldig en efficiënt doordat je methodisch handelt.

Waarom zou je Methodisch handelen?

1. word ik voor betaald
2. de methodes zijn er niet voor niks
3. zo hou ik het proces in de gaten
4. dat verwachten ouders van mij

Welk van onderstaande is voorwaardelijk voor Methodisch handelen?

1. SMART doel
2. pen en papier
3. Turflijstje of Tijdsteekproef
4. stappenplan

Wat betekent het cyclisch proces in methodisch handelen?

1. Professioneel handelen via een vaste structuur
2. Professioneel werken via de methodische cyclus (proces gaat door)
3. Werken met mensen in een cirkel
4. Professioneel werken vastgelegd in een protocol (stappenplan)

Wat is reflectie?

1. Naar jezelf kijken in de spiegel
2. Terugkijken en betekenis geven aan ervaringen en kennis
3. Luchtspiegelingen
4. Het weerkaatsen van zonlicht

Een reflectie kan NIET zonder een verdieping met:

1. ABCD-methode
2. STAR(R)T
3. Cyclus van Korthagen
4. 1234-methode

Wat is GEEN goede reflectie?

1. Waarmee wil ik experimenteren?
2. Wat wil ik leren?
3. Wat is het ergste wat me kan overkomen?
4. Zijn de andere betrokkenen tevreden?

Smart-doelen zijn voor:

1. Lessen
2. Lesdoelen
3. lange termijndoelen en lesdoelen
4. lesdoelen en eigen leerdoelen

De A van een een SMART-doel betekent:

1. Accent
2. Acceptabel
3. Achting
4. Alliteratie

Wat zijn de SMART- doelen?

1. Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Relax, Toekomst
2. Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden
3. Speciaal, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Toekomst
4. Speciaal, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Transfer

De S in SMART-doel betekent:

1. specialistisch
2. specifiek
3. situatie
4. standaard

Bevat een SMART doel een eindtijd?

1. Ja
2. Nee
3. Soms
4. Als jij dat fijn vindt

Wat houdt een SMART-doel in?

1. Lange en korte termijndoelen
2. Doelen die je evalueert
3. Volgens de SMART-methode: zorgt ervoor dat je doelen échte doelen worden en makkelijker behaald.
4. Organisatiedoelen

Wat is een onderdeel van een SMART - doel

1. Totaal
2. Realistisch
3. Maakbaar
4. Analyseren

Wat is rapporteren (1)?

1. Goed rapporteren is belangrijk en nuttig.
2. Mondeling ervaring uitwisselen met collega's.
3. Verslag uitbrengen van situaties die je hebt waargenomen.
4. Je rapporteert om te informeren.

Wat is rapporteren (2)?

1. Met een rapportcijfer aangeven hoe goed je iets vindt.
2. Objectief melden wat er gebeurd is
3. Opschrijven wat er gebeurd is en wat jouw mening daarover is.
4. Vragen van je leidinggevende beantwoorden.

Wat is belangrijk bij rapporteren

1. feiten (objectief) rapporteren
2. niet je eigen mening en behandeling bedenken
3. zo precies mogelijk omschrijven wat je ziet
4. A,B en C zijn allemaal goed