4 havo - leesvaardigheid

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Leesvaardigheid

Lesestrategien

1. voorspellen en voorkennis gebruiken

2. globaal lezen= vlot lezen om hoofdlijnen te begrijpen

3. gericht lezen = zoeken naar informatie, vaak gaat het om getallen, openingstijden enz. 

4. intensief lezen = een tekst(gedeelte) goed lezen, zodat je de details begrijpt

Waar begin jij mee als je een tekst voor je hebt?

Citowortschatz

Het soort vraag bepaalt welke manier van lezen je het beste kunt toepassen.

Daarom is het goed de vertaling van de vragen te kennen 

+ te weten in welke "categorie vragen" ze vallen. 

op blz. 310, 311 staat een lijst met "veelvoorkomende vragen"

Vertaling van Absatz=

Verfasser=

Satz=

Beispiel= voorbeeld

Strukturwörter

Vragen over functies en verbanden van zinnen en alinea's zijn altijd in het Duits gestelde meerkeuzevragen. 

Voor het beantwoorden van dit soort vragen is het essentieel dat je de precieze betekenis van elk antwoord kent. 

Deze woorden leer je in de lijst "Woordenschat lezen, luisteren"

Denk aan: Frage, Lösung, Erklärung, Begründung

Er war noch warm

Kijk mee op blz. 362. 

1. Plaatje?

2. Titel? betekenis + voorkennis

3. scannen naar iets bekends... 

woordenlijst + 1941 + ....

Er war noch warm

4. Lies den ersten und letzten Absatz (Zeile 156)

1941 + Herbst + Krieg + Vater an der Front + letzten Juden 

Speisekammer + Küche + Mahlzeit

Erklär den Titel:

"und er ist noch schön warm"

Uit wiens perspectief is dit verhaal geschreven?

1. ik-verteller is een meisje van 14
2. ik-verteller is de moeder van het jonge meisje
3. ik-verteller is een joods meisje
4. ik- verteller is onbekend

Wie zijn de "Birnbaums"?

Absatz 2

Gaat over het middagseten en een winkel. 

Vertel daarover ... 

Absatz 3. geschlossenen, dunklen Lastwagen

Hoe reageert de moeder van het meisje?

Hoe beschrijft de ich-Erzählerin Herrn Birnbaum?
Positiv oder negativ?

Hoe reageren de mensen op de arrestatie?

De ich-Erzählerin gaat met haar moeder het huis van de Birnbaums binnen. Ze kent het huis goed. 

Noem 1 ding die ze beschrijft. 

Zeile 115-144

Mutter sagt "setzt euch schon an den Tisch"
Wat gaat het gezin doen?

"Die Naussauers und die Grüns und die Birnbaums sind noch immer da. Haben sie die vergessen?"

Wie findet es die Mutter, dass die Juden abgeholt werden?

Die Birnbaums hatten vor ihrer Ausgrenzung durch die Nationalsozialisten ein gutes Verhältnis zu ihren Nachbarn. Nenne dafür zwei Beispiele aus dem Text. 

Warum heißt die Erzählung Er war noch warm?