Les 2 Co-dominantie en intermediair

Co-dominantie en Intermediair
Klas 3 HVG LessonUp
§12.1 opdracht 14 t/m 22
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Co-dominantie en Intermediair
Klas 3 HVG LessonUp
§12.1 opdracht 14 t/m 22

Slide 1 - Slide

Het genotype van een organisme komt tot stand op het moment van .......................

Slide 2 - Open question

Bij rundvee is zwartbont dominant over roodbont. (Zwartbont = Z; Roodbont = z). Wat is de kans op een zwartbont kalf als beide ouders roodbont zijn?
A
0
B
25
C
50
D
100

Slide 3 - Quiz

Een vrouw met bruine ogen krijgt een kind met blauwe ogen. Het allel B voor bruine ogen is dominant over het allel b voor blauwe ogen. Welk(e) genotype(n) kan de vader gehad hebben?
A
BB
B
Bb
C
Bb of BB
D
Bb of bb

Slide 4 - Quiz

Co dominantie en intermediair
Bekijk straks het filmpje op de volgende slide of bestudeer pagina 165 uit je tekstboek.

Slide 5 - Slide

Lesdoel
Je kent de termen intermediair en co-dominantie, kunt de genotypen hiervan op de juiste wijze noteren en kunt voorspellingen doen middels een kruisingstabel en -schema over het genotype van nakomelingen en of ouders.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Samengevat
Codominantie
      - Allelen zijn even sterk en komen beide tot uiting.
             * Bijvoorbeeld: Bloedgroepen
Intermediair
       - Allelen zijn even sterk en leveren een mengvorm op.
              * Bijvoorbeeld: Bloemen of katten
Notatie:




Slide 8 - Slide

Moeder heeft bloedgroep A.
Kind heeft bloedgroep B. Wat is het genotype van de moeder?
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Huiswerk
Leren en maken §12.1
Opdracht 12 t/m 22

Slide 10 - Slide

Wat vond je van deze les?
Geef een tip en een top.

Slide 11 - Open question