Leesvaardigheid les 6

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Wat is het doel van een beschouwing?

1. Overtuigen
2. Activeren
3. Informeren
4. Opiniëren

Welke tekststructuur kan nooit gebruikt worden voor een beschouwing?

1. verklaringsstructuur
2. voor- en nadelenstructuur
3. verleden-, heden-, toekomststructuur
4. probleem-oplossingsstructuur

Hoe bepaal je met welke mengvorm van tekstsoorten je te maken hebt?

Ben je het met de stellingen over een goed huwelijk eens of oneens?

1. Helemaal eens
2. Beetje eens
3. Oneens
4. Helemaal oneens

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

Uit welke alinea's bestaat de inleiding?

1. 1
2. 1 & 2
3. 1, 2 & 3
4. 1 t/m 4

Welke soort aandachttrekker gebruikt de auteur in alinea 1?

1. Actualiteit
2. Geschiedenis
3. Voorbeeld
4. Belang voor de lezer

Wat is de functie van alinea 2?

1. Bewijs
2. Constatering
3. Mening
4. Stelling

Uit welke alinea's bestaat het slot?

1. 17 t/m 20
2. 18 t/m 20
3. 19 & 20
4. 20

Welke tekstsoort is tekst 2?

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

Welke tekststructuur heeft tekst 1?

1. Argumentatiestructuur
2. aspectenstructuur
3. probleem/oplossing-structuur
4. verklaringsstructuur

Met welke alinea's beginnen deel 2, 3, 4 & 5?