H2 - Unité 6 "Emotions"

Bonjour!
  • Aujourd'hui: vocabulaire
Chanson: les emotions
Chanson finie?
> ordinateur sur la table.
> Connecté sur www.lessonup.app
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour!
  • Aujourd'hui: vocabulaire
Chanson: les emotions
Chanson finie?
> ordinateur sur la table.
> Connecté sur www.lessonup.app

Slide 1 - Slide

Planning 
"Ik weet wat de planning is voor periode 3 bij Frans."
  1. Lire 
     
  2. Eindtoets+ lezen | 15%
    Vocabulaire Unité 3 + 6  


Slide 2 - Slide

Introduction Unité 6 (p.90-91)
"Ik kan minimaal 5 emoties in het Frans benoemen."
Écoutez la chanson et notez au moins 5 émotions: français + néerlandais
Chanson: les emotions

Slide 3 - Slide

Les emotions
Notez les emotions
en français

Slide 4 - Mind map

Les émotions
triste
furieux/
furieuse
joyeux/
joyeuse
amoureux/
amoureuse

Slide 5 - Drag question

Qu'est-ce que c'est la dispute?
A
de ruzie
B
het gesprek
C
het verhaal
D
de emotie

Slide 6 - Quiz

Qu'est-ce que c'est pleurer?
A
luisteren
B
regenen
C
huilen
D
troosten

Slide 7 - Quiz

Qu'est-ce que c'est autrefois?
A
keer
B
anders
C
aubergine
D
vroeger

Slide 8 - Quiz

Le garçon est très ..............
A
nouveau
B
fort
C
gentil
D
fâché

Slide 9 - Quiz

Ma mère est très .......
A
inquiète
B
nouvelle
C
fâchée
D
gentille

Slide 10 - Quiz

Elle est .......
A
timide
B
curieuse
C
fâchée
D
triste

Slide 11 - Quiz

Ik ben verdrietig!
Ik ben boos!
Ik ben verbaasd!
Ik ben blij/tevreden!
Ik ben geirriteerd!
Ik ben verliefd!
Je suis amoureux/
amoureuse!
Je suis content(e)!
Je suis en colère!
Je suis surpris(e)!
Je suis énervé(e)!
Je suis triste!

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

2. Signaalwoorden - Apprendre 10 (p.117)
Signaalwoorden zorgen voor structuur. Sommige signaalwoorden geven een volgorde aan en andere een verband in de tekst.
Ik begrijp het nut van signaalwoorden en ik kan ze verstaan/lezen.
d'abord
eerst
donc
dus
ensuite/
puis
vervolgens
en plus
bovendien
Apres
daarna
mais
maar
enfin / 
finalement
uiteindelijk
parce que
omdat
aussi
ook
pourtant
echter
car
want
si
als, indien

Slide 14 - Slide

Zet de signaalwoorden in de juiste volgorde
Signaalwoorden (mots connecteurs)
d'abord
ensuite
enfin

Slide 15 - Drag question

Signaalwoorden - p. 95
Ik begrijp het nut van signaalwoorden en ik kan ze verstaan/lezen.

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

Questions ?

Slide 18 - Slide

  • Écoutez les chansons
  • Écoutez bien les refrains!
  • Cochez le bon titre.



Le(s) gagnant(s), gagne(nt) un bonbon!
Bingo - musique française (5x5)

Slide 19 - Slide


Les cours: tips!
Welke tip(s) heb jij nog voor de lessen Frans?
(wat zou beter kunnen qua lessen?)  -anoniem

Slide 20 - Open question


Les cours: tops!
Welke top(s) heb jij voor de lessen Frans?
(waar moet ik volgend jaar vooral mee doorgaan?) - anoniem 

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide