Les 2 - Communiceren

Klantcontact
Les 2 - Communiceren 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Klantcontact
Les 2 - Communiceren 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De les van vandaag

  • enquête 
  • theorie t/m paragraaf 13.4
  • opdrachten maken uit FD B1 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weten we nog van de vorige keer?
  • Wat is ook alweer functioneel contact?
  • Noem 2 manieren waarop je functioneel contact kunt hebben?
  • Noem een voorbeeld van functioneel contact.
  • Wat zijn de factoren die belangrijk zijn als je contact legt met anderen? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Factoren voor functioneel contact
  • Beroepshouding
  • sociale factoren 
  • respect
  • wensen en gewoonten
  • normen en waarden
  • levensbeschouwelijke en culturele achtergronden
  • identiteit 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Communiceren
Een gesprek voer je met een bepaald doel  
  • Je doet een mededeling 
  • Je geeft informatie 
  • Je geeft advies 
  • Je geeft kritiek  
  • Je geeft goed nieuws of slecht nieuws 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het belang van goede communicatie
Het belang van goede communicatie en goede gespreksvoering is om onder andere communicatiestoornissen te voorkomen.

Wat is het verschil tussen een gesprek en een praatje voeren met iemand?



 

Slide 6 - Slide

  • Gesprek bereidt je voor.
  • Een praatje is meestal spontaan.
  • Een gesprek begin je met een bepaald doel.
  • Een gesprek is meestal werk gerelateerd.
  • Voor een gesprek is een vertrouwensrelatie nodig.
communicatiestoornissen voorkomen?

Slide 7 - Mind map

 
  • Goed luisteren
  • Vragen stellen
  • Goede omgangsvormen toepassen
  • Ruis vermijden (storingen van de communicatie) 
Luisteren
Luistergedrag is niet aangeboren en kan je aanleren.

In gedrag kan je laten zien dat je luistert door;
  • Oogcontact maken  
  • Een geïnteresseerde houding  
  • Aanmoedigen van de ander om door te vertellen  
  • Indien nodig vragen om uitleg 
  • Stiltes zijn niet erg




Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 13.14
Er komt een leverancier een nieuw soort stofzuiger afleveren voor de huishoudelijke dienst. Helaas is hij vergeten de gebruiksaanwijzing erbij te doen. Maar geen nood, hij wil wel aan jou uitleggen hoe het apparaat werkt. Hij heeft geen tijd om te wachten tot al het personeel dat de stofzuiger gaat gebruiken aanwezig is.

Waarom is het belangrijk dat je goed luistert naar de uitleg van de leverancier?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stel je voor: je moet een gesprek voeren met iemand die je niet zo mag? Wat zou een lichamelijk kenmerk zijn dat je tijdens zo'n gesprek zou afleiden?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Vragen stellen
> Waarom stel je een vraag?
> Functie van de vraag
> Open en gesloten vragen



Slide 11 - Slide

Om meer te weten te komen.
Je wilt meer duidelijkheid
Je wilt dat het gesprek beter gaat lopen
Je wilt de ander uitnodigen meer te vertellen (doorvragen)
Functies van vragen?

Slide 12 - Mind map


Interesse
vragen naar mening/gevoelens
de ander helpen
achterhalen van feiten
informatie verzamelen
gewoon een praatje maken
beleefdheid
Wat zijn de eisen van een goede vraag?

Slide 13 - Open question

  • moet begrijpelijk zijn voor een ander
  • moet bij het onderwerp passen
  • het antwoord moet er niet inzitten
  • één vraag tegelijk 
Verschil open en gesloten vragen?
  • Open vragen nodigen de ander uit meer te vertellen
  • Op een gesloten vraag kun je maar een kort antwoord geven

Waar beginnen open vragen meestal mee?

Slide 14 - Slide

  • Wat, hoe , waarom
Opdracht: vragen stellen 13.19
  • Een persoon begint met een gesloten vraag.
  • Iemand anders maakt deze vraag open. 
  • Hele klas rond 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Maak opdracht 13.21
(10 min)
  • Bedenk een situatie die het meest geschikt is om een gesloten vraag te stellen.
  • Bedenk een situatie die het meest geschikt is om een open vraag te stellen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Lees paragraaf 13.4 voor de les van woensdag

Slide 17 - Slide

This item has no instructions