Ontdek de onderdelen van bloemen

Ontdek de onderdelen van bloemen

Doel van de les

Aan het einde van de les kun je de onderdelen van bloemen benoemen

Introduceer het doel van de les en vermeld wat de leerlingen aan het einde van de les moeten kunnen.

Wat weet je al over de onderdelen van bloemen?

De delen van een bloem

Elke bloem heeft verschillende delen: bloemblad, kelkblad, meeldraad, stamper en stampers

Toon een afbeelding van een bloem en leg de verschillende onderdelen uit.

Bloemblad en kelkblad

Bloembladen zijn de kleurrijke delen van de bloem en de kelkbladen zijn de groene delen die de bloem omringen

Beschrijf het verschil tussen bloembladen en kelkbladen en vraag de leerlingen om het verschil te benoemen.

Meeldraden

Meeldraden zijn de mannelijke delen van de bloem en bestaan uit de meeldraad en helmknop

Leg uit hoe de meeldraden eruitzien en wat hun functie is.

Stampers

Stampers zijn de vrouwelijke delen van de bloem en bestaan uit de stempel, stijl en vruchtbeginsel

Beschrijf hoe de stampers eruitzien en wat hun functie is.

Bestuiving

Bestuiving is het proces waarbij stuifmeel van een bloem naar de stamper van een andere bloem wordt overgebracht

Beschrijf wat bestuiving is en hoe het plaatsvindt.

Zaadproductie

Na de bestuiving groeit het vruchtbeginsel uit tot een vrucht en ontwikkelt zich tot een zaadje

Leg uit hoe zaadjes worden geproduceerd en wat hun functie is.

Zelfstandig oefenen

Laat de leerlingen zelf de verschillende onderdelen van bloemen benoemen op een werkblad

Laat de leerlingen individueel werken aan een werkblad waarin ze de verschillende onderdelen van bloemen moeten benoemen.

Samen oefenen

Laat de leerlingen in groepjes een bloem uit elkaar halen en de verschillende onderdelen benoemen

Laat de leerlingen in groepjes werken en geef ze een bloem om uit elkaar te halen. Laat ze de verschillende onderdelen benoemen en bespreken wat de functie ervan is.

Herhaling

Herhaal de verschillende onderdelen van bloemen en vraag de leerlingen om ze opnieuw te benoemen

Herhaal de verschillende onderdelen van bloemen en vraag de leerlingen om ze opnieuw te benoemen om hun begrip te testen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.