1.1 Stoffen herkennen

Stofeigenschappen

Iedere stof heeft, net als mensen, eigenschappen. Denk bijvoorbeeld aan de kleur van een stof. Aan de hand van deze eigenschappen kunnen we stoffen ook herkennen. 

Opdracht: Bedenk in tweetallen zoveel mogelijk stofeigenschappen. Noteer je antwoorden. Je krijgt hiervoor 3 minuten. Een aantal resultaten wordt klassikaal besproken.
timer
3:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Stofeigenschappen

Iedere stof heeft, net als mensen, eigenschappen. Denk bijvoorbeeld aan de kleur van een stof. Aan de hand van deze eigenschappen kunnen we stoffen ook herkennen. 

Opdracht: Bedenk in tweetallen zoveel mogelijk stofeigenschappen. Noteer je antwoorden. Je krijgt hiervoor 3 minuten. Een aantal resultaten wordt klassikaal besproken.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Welke stof is dit?
Geel 
Glimmend 
Geen corrosie 
Vast bij kamertemperatuur 
Smeltpunt van 1064 graden celcius

Slide 2 - Slide

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 3 - Slide

Stofconstanten
Stofeigenschappen die je kunt meten.
Deze geef je dus aan met een getal en een eenheid.

voorbeeld: smeltpunt, kookpunt, dichtheid

Slide 4 - Slide

Dichtheid

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

De dichtheid zegt dus iets over hoeveel materiaal (massa) er in een bepaalde ruimte (volume) zit. De combinatie van die 2 geeft je de dichtheid. 

Het blijkt dat elke stof zijn eigen dichtheid heeft. Als je gaat kijken naar hoeveel 1 cm3 goud weegt, dan is dat altijd 19,3 gram. Bij aluminium is dat 2,7 g per cm3

Slide 7 - Slide

Door de dichtheid van een stof te bepalen kun je er dus achter komen met welke stof je te maken hebt... Dit is dus een stofeigenschap!

Slide 8 - Slide

De dichtheid reken je uit door de massa te delen door het volume. Je wilt namelijk steeds kijken hoeveel gram 1 cm3 weegt, zo kun je eerlijk vergelijken. In formule:
                                                   ρ=m/V

ρ=Dichtheid in gram per kubieke centimeter (g/cm3)
m= Massa in gram (g)
V= Volume in kubieke centimeter (cm3)

Slide 9 - Slide

Voorbeeld 1 blz 10

Slide 10 - Slide

Omrekenen
MASSA
1 ton = 1.000 kg = 1.000.000 g = 1.000.000.000 mg

VOLUME
1 m3 = 1.000 dm3 = 1.000.000 cm3
1 kL = 1.000 L = 1.000.000 mL


Slide 11 - Slide

Een stof herken je aan de stofeigenschappen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Stofeigenschappen zijn:
A
geur,kleur,massa,
B
vorm,geur,kleur
C
kookpunt,smeltpunt, kleur
D
volume,geur,smaak

Slide 13 - Quiz

Wat is geen stofeigenschap?
A
Kleur
B
Fase bij kamertemperatuur
C
Corrosiebestendigheid
D
Massa

Slide 14 - Quiz

Wat zijn de stofeigenschappen van koffie?
A
Temperatuur en smaak
B
Smaak en kleur
C
Kleur en temperatuur
D
Kleur en prijs per kilo

Slide 15 - Quiz

De dichtheid van ijzer is 8 g/cm3. Een staaf ijzer heeft een volume van 3 cm3. Wat is de massa van de staaf?
A
2,7 g
B
24 g
C
0,4 g
D
11 g

Slide 16 - Quiz

Hoeveel mg is 2 kg?
A
2.000.000 mg
B
2.000 mg
C
0,002 mg
D
2.000.000.000

Slide 17 - Quiz

Aantekening

Slide 18 - Slide