Lezen H2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Planning

- Presentie;

- Bespreken antwoorden examenopdr. 1.3

- Hoofdstuktoets 1A;

PAUZE

- Interactieve uitleg;

- Zelf aan het werk;

- Afsluiting.

Wat is de opbouw van een tekst?

Inleiding

In de inleiding wordt het onderwerp geïntroduceerd. Dit kan op een aantal verschillende manieren. 

• Met de deur in huis vallen: Je weet gelijk waar de tekst over gaat en wat het doel van de schrijver is;
• Belangstelling wekken: door middel van een anekdote of een kort verhaaltje.
• Uitleg van het onderwerp en soms wordt er ook al verteld hoe de tekst is opgebouwd. 

Een lead is...

1. Een lange titel
2. Een korte samenvatting.
3. Het slot van de tekst.
4. Een anekdote verwerkt in de inleiding.

De kern

Tekststructuren

• Vraag-antwoordstructuur;
• Aspectenstructuur;
• Verleden-heden-toekomststructuur;
• Verklaringstructuur;
• probleem-oplossingstructuur;
• Voor- en nadelenstructuur;
• Argumentatiestructuur. 

Waaruit kan een slot bestaan, of wat weet je al van het slot?

Deelonderwerpen

• Zijn de verschillende van een onderwerp die in een tekst aan bod komen. 
• Kunnen argumenten, oorzaken, voordelen of oplossingen zijn.
• Is soms 1 alinea, soms enkele alinea's.

Hoofdonderwerp = Planten
Mogelijke deelonderwerpen?

1. zaaien, fruit, eten
2. Lezen, kopen, eten
3. zaaien, kopen, binnen- en buitenplanten
4. Auto's, zaaien, onderhoud.

Deelonderwerpen snel vinden:

1. Lees de titel en de inleiding; stel het onderwerp vast;

2. Bekijk de lay-out van de tekst: 

Soms geven witregels de scheiding tussen de deelonderwerpen aan. Soms staan er tussenkopjes boven de deelonderwerpen

3. Bij twijfel: lees de eerste en laatste zin van een alinea om vast te stellen waar het nieuwe deelonderwerp begint. 

Tekstverbanden en
signaalwoorden

Tekstverbanden en signaalwoorden

Voorbeelden: 

• Reden of argument: daarom, omdat, derhalve, aangezien, namelijk;
• Tegenstelling: maar, echter, desondanks, hoewel, toch;
• Conclusie: Dus, hieruit volgt, kortom;
• Oorzaak-gevolg: doordat, daardoor, als gevolg van, waardoor, zodat. 

Zelfstandig aan het werk

Maak examenopdracht 2.3. 

Ben je klaar?

• Lever deze in via de opdracht in Teams. 
• Ga verder met het oefenexamen waar je al aan begonnen was.