De indeling va de tekst

LESDOEL
  • Tekst kunnen opdelen in inleiding middenstuk slot
  • Deelonderwerpen herkennen
  • Tekstsoorten en argumentatiestructuren herkennen en benoemen 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

LESDOEL
  • Tekst kunnen opdelen in inleiding middenstuk slot
  • Deelonderwerpen herkennen
  • Tekstsoorten en argumentatiestructuren herkennen en benoemen 

Slide 1 - Slide

Inleiding
  • Meestal twee alinea's
  • Inhoudelijke kenmerken
  • Typografische kenmerken

Slide 2 - Slide

Inhoudelijke kenmerken
  1. Aandacht trekken
Geschiedenis
Actualiteit
Voorbeeld
Belang van de lezer
Anekdote

Slide 3 - Slide

2. Onderwerp aangeven
  • Vraag stelling of probleemstelling (beschouwing)
  • Stelling/standpunt (betoog) --> hoofdgedachte

3. Aangeven van opbouw

Slide 4 - Slide

Typografische kenmerken
  • Witregel
  • Cursief gedrukt
  •  Vetgedrukt

Slide 5 - Slide

Middenstuk
Deelonderwerpen
  •  gevolgen
  • voordelen
  • oplossingen

Slide 6 - Slide

Herkennen deelonderwerpen
  1. Structurerende zinnen
  2. Alineaverbanden en signaalwoorden 
  3. Typografische kenmerken

Slide 7 - Slide

Structurerende zinnen
  • aankondigende zinnen die aangeven dat een alinea begint
  • afrondende zinnen die aangeven dat een alinea eindigt.

Voorbeeld:
Daarvoor zijn drie redenen te noemen.
In wat volgt zal ik bewijzen dat de burgemeester ongelijk heeft.

Slide 8 - Slide

Alineaverbanden en signaalwoorden
  • Sommige alinea's horen bij elkaar rn vormen samen een deelonderwerp.
Voorbeeld:
Bovendien
Daarnaast
(zie volgende les)

Slide 9 - Slide

Typografische kenmerken
  • Soms witregels
  • Soms tussenkopjes 

Slide 10 - Slide

Het slot
  • Inhoudelijke kenmerken
  • Typografische kenmerken

Slide 11 - Slide

Inhoudelijke kenmerken
Aansporing
Conclusie
Toekomstverwachting
Afweging
Samenvatting

Signaalwoorden: kortom, dus, al met al, ten slotte

Slide 12 - Slide

Typografische kenmerken
  • Extra witregel 

Slide 13 - Slide

Argumentatiestructuur
  • Inleiding 
  • Middenstuk
  • Slot 

Slide 14 - Slide

Tekststructuren
  1. Argumentatiestructuur
  2. Aspectenstructuur
  3. Probleem/oplossingsstructuur
  4. Verklaringsstructuur
  5. Verleden/heden/toekomststructuur
  6. voor- en nadelenstructuur
  7. vraag/antwoordstructuur 

Slide 15 - Slide

Argumentatiestructuur
  • Inleiding 
Stelling/standpunt
  • Middenstuk
Argumenten voor de stelling 
Tegenargument met weerlegging
  • Slot 
Herhaling stelling

Slide 16 - Slide

Aspectenstructuur
  • Inleiding 
Onderwerp
  • Middenstuk
Diverse aspecten (kanten van de zaak) van het onderwerp
  • Slot 
Samenvatting

Slide 17 - Slide

Probleem/oplossingstructuur
  • Inleiding 
Probleem
  • Middenstuk
Gevolgen (waarom is het een probleem?)
Oorzaken
Oplossingen
  • Slot 
De beste oplossing

Slide 18 - Slide

Verklaringstructuur
  • Inleiding 
Bepaald verschijnsel
  • Middenstuk
kenmerken/voorbeelden
verklaring(en)/oorzaak/oorzaken/reden(en)
  • Slot 
Samenvatting

Slide 19 - Slide

Verleden/heden/toekomststructuur
  • Inleiding 
onderwerp
  • Middenstuk
situatie vroeger
situatie nu
  • Slot 
conclusie of situatie in de toekomst

Slide 20 - Slide

Voor- en nadelenstructuur
  • Inleiding 
vraag of stelling
  • Middenstuk
voor- en nadelen
  • Slot 
Afweging of conclusie

Slide 21 - Slide

vraag/antwoordstructuur
  • Inleiding
Vraag
  • Middenstuk
Antwoord(en)
  • Slot 
Samenvatting of conclusie

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Maken blz. 27 opdr. 2

Slide 23 - Slide