Hoofdstuk 6

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 3

Mens en Activiteit

Hoofdstuk 6

Groepsactiviteit Uitvoeren

Vandaag:

2e uur: start H6, groepsactiviteit uitvoeren

Pauze

3e uur: afmaken H6 (en aftekenen) verder met praktijkopdracht 5 (blz 251 t/m 257)

4e uur: ivm koken SE week uitval.

Terugkijken les gisteren H5

voorbereiden activiteit

Doelstellingen H6

Aan het einde van dit hoofdstuk kunnen jullie:

• Hoe je een activiteit uitlegt,
• Hoe je deelnemers begeleid,
• Hoe je iemand moet motiveren en samenwerken,
• Hoe je omgaat met conflicten

Uitleg van de activiteit

Aandachtspunten (tips):

Stemgebruik, Enthousiasme, Duur van de uitleg (kort maar krachtig)

Structuur uitleg (start van de bijeenkomst)

1. Welkom (iedereen welkom heten, voorstellen)
2. Uitleg activiteit (vertellen wat ze gaan doen, hoelang, resultaat)
3. Indelen (evt vooraf al groepen indelen)
4. Opstelling (bedenk waar iedereen zit of staat)
5. Regels (leg de spelregels of andere regels uit)

Begeleiden

Kijk naar je deelnemers:

Gaat het goed?

Hebben ze plezier?

Doet iedereen mee?

Heeft iemand hulp nodig?

Tools voor een begeleider:

Onderbreken (time out, extra uitleg)

Scheidsrechter (jij bent de scheidsrechter, kun je zelf corrigeren)

Belonen (positief belonen voor hun inzet)

Motiveren

Motiveren is zorgen dat iemand zin heeft om mee te doen.

Vraag:

Hoe motiveerveer jij je om iets te doen (sporten, school, uitstapjes)?

Na het zien van de video:

• Welke tips haal je uit de video?
• Kun je deze ook gebruiken bij het motiveren 

        van deelnemers tijdens activiteiten?

Samenwerken

Samenwerken

Samenwerken is met elkaar werken aan een gezamenlijk doel.

Voordelen van samenwerken:

• Je bent met meer mensen dus je kunt meer werk verzetten.
• Samen weet je meer.
• Samenwerken is gezellig.

Samenwerken gaat alleen goed als de volgende zaken duidelijk zijn:

1. Het doel (wat wil samen je bereiken)
2. De afspraken (regels duidelijk, wat moet je allemaal doen om het doel te bereiken?)
3. De planning (op welk moment moet wat bereikt zijn)

Én, houd je aan de regels.

Ongeschreven regels = staan nergens opgeschreven, maar veel mensen houden zich er aan.

Vastgestelde regels = zijn regels die besproken en opgeschreven zijn.

Conflicten bespreken (Hoe los jij een conflict op?)

1. Ontlopen (er gewoon niet over praten)
2. Toedekken (het valt wel mee, er zijn ergere dingen)
3. Forceren (je zin doordrijven)
4. Compromis (allebei iets toegeven)
5. Oplossen (de één overtuigt de ander
   met argumenten)

Afronden

1. Deelnemers

Je kijkt nog even terug naar de activiteit; wat ging goed, wat ging minder goed?

Vertel ook wat jij er van vond, niet te lang, help met spullen in te pakken.

2. Collega’s/mede leerlingen

Met collega’s/leerlingen bepreek je de belangrijke zaken. Is er iets gebeurd wat iedereen moet weten of moeten anderen ingelicht worden omdat er een voorval heeft plaatsgevonden?

3.Opruimen

Je moet altijd de ruimte weer netjes achterlaten en de materialen die terugzetten.

Opdracht H6  maken

overslaan: 
6.01/6.05/6.08/6.13

Verder aan activiteiten opdracht

• Maak groepjes van 3 of 4 leerlingen
• Praktijkopdracht 5, blz 251 t/m 257, draaiboek staat online op de uitgeversgroep.nl
• Activiteit: organiseer een bingo met daarna een film avond voor 30 kinderen tussen de 11 en 15 jaar.

(Jullie krijgen hier 3-4 lesuren de tijd voor om het gehele proces in te vullen (voorbereiden H5/uitvoering H6/evalueren H7)