Herhaling 7.1 t/m 7.3

7.1 t/m 7.3
Herhaling
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

7.1 t/m 7.3
Herhaling

Slide 1 - Slide

Huiswerkcontrole!

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
7.1 t/m 7.3 herhalen aan de hand van vaardigheden.

Slide 3 - Slide

Herhaling 7.2 en 7.3
1. Leg uit wat wordt bedoeld met ancien régime. Maak in je antwoord gebruik van de begrippen standenmaatschappij en absolute macht.
  • Het ancien régime is de Franse samenleving vóór de Franse Revolutie, met een standenmaatschappij waarbij de eerste en tweede stand alle macht hebben en een vorst met absolute macht.
2. Leg in je eigen woorden uit wat wordt bedoeld met verlicht absolutisme.
  • Alles voor het volk, niets door het volk. Wel absolute macht, maar goed voor het volk zorgen.
3. Leg uit waarom het bijeenroepen van het parlement in 1789 leidde tot het uitroepen van de Nationale Vergadering door de derde stand.
  • Elke stand kreeg één stem over de nieuwe belastingwet. --> De derde stand verloor de stemming, vond dat oneerlijk en riep de Nationale Vergadering uit.

Slide 4 - Slide

Standplaatsgebondenheid
  • Hoe wordt de maker van de bron beïnvloed door:
  • Tijd (in welke periode leeft iemand, wat waren toen wetten / trends / etc.)
  • Plaats (waar komt iemand vandaan?)
  • Achtergrond (is iemand geestelijke, van adel, arm, rijk, man, vrouw, etc.)

Slide 5 - Slide

Hoe wordt Robespierre in deze tekst beïnvloed door zijn standplaatsgebondenheid?
5 februari 1794

‘Wij willen een maatschappij waarin alle lage en wrede driften aan banden worden gelegd, alle goede en edelmoedige hartstochten worden aangewakkerd door de wetten; waarin het streven geheel gericht is op de eer en de dienst van het vaderland; waarin het onderscheid slechts groeit uit de gelijkheid zelve;en dit laatste aan de rechtvaardigheid; waarin het vaderland zorgt voor het welzijn van elke onderdaan en waarin iedereen met trots geniet van de voorspoed en de glorie van het vaderland, waarin allen zich verrijken door de voortdurende aanwakkering der republikeinse gevoelens en door de behoefte de achting van een groot volk te verdienen; waarin de kunst het sieraad is van de vrijheid, die ze veredelt, waarin de handel de bron is van algemene rijkdom en niet enkel van de monsterachtige weelde van enkele families. 

Slide 6 - Slide

Britse spotprent over de Franse terreur.
Hoe zie je hier de standplaats-
gebondenheid van de tekenaar terug?
Noot: Het Britse rijk is in deze tijd een 
monarchie.

Slide 7 - Slide

Emmanuel Sieyès, zoon van een eenvoudige belastingambtenaar schreef in 1789:
‘Het plan van dit geschrift is vrij eenvoudig. Wij hebben ons drie vragen te stellen: 1 Wat is de derde stand? Alles. 2 Wat is hij tot op heden op politiek gebied geweest? Niets. 3 Wat vraagt hij? Iets te worden. De derde stand is de hele natie. Wat is er nodig opdat een natie zou blijven bestaan en bloeien? Particuliere ondernemingen en openbare ambten. Alle particuliere ondernemingen kunnen in vier groepen ondergebracht worden: veldarbeid, industrie en handel, wetenschappen en kunsten, en huisarbeid. Wie oefent deze bedrijvigheden uit? De derde stand. Maar de winstgevende en eervolle ambten zijn alleen door de leden van de bevoorrechte standen bezet.

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Maak de opdracht die wordt uitgedeeld.
Je leest de zinnen en zet de nummers op de goede plaats in de tijdbalk.
Gebruik paragraaf 7.1 t/m 7.3.

Klaar? Ga verder met de rest van de oefenopdrachten die worden uitgedeeld.
Niet af = huiswerk.
Niet werken = terugkomen voor meer werk.

Slide 9 - Slide

Snelheidsquiz
  • Je werkt in groepjes van drie of vier.
  • Steeds mag één iemand van het groepje een vraag komen halen.
  • Jullie schrijven met je groepje het antwoord onder de vraag op.
  • Klaar? Dan mag je een nieuwe vraag halen als je antwoord klopt.
  • We spelen tot de laatste vraag is beantwoord.
  • Het groepje dat op dat moment de meeste vragen heeft beantwoord wint!

Slide 10 - Slide