H1 woordenschat: herhaling, tegenstelling en opsomming Havo 3 - les 1

Welkom H3d
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom H3d

Slide 1 - Slide

Programma 
  • kennismaking
  • regels doorspreken
  • programma deze periode
  • aan de slag 

Slide 2 - Slide

Kennismaken

Slide 3 - Slide

Regels
  • Wat vinden jullie belangrijk?
  • Wat vind ik belangrijk?
  • Algemene schoolregels.

Slide 4 - Slide

Programma deze periode
  • Woordenschat h1 t/m 3
  • Artikel schrijven


Slide 5 - Slide

Woordenschat H1
blz. 24-25
Stijlfiguren

Slide 6 - Slide

Lesdoel
Ik kan de stijlfiguren herhaling, tegenstelling en opsomming herkennen en begrijpen.

Slide 7 - Slide

Stijlfiguren
Een tekst kun je op verschillende manieren aantrekkelijk maken: met beeldspraak (vergelijking, metafoor en personificatie->stof havo 2), met (rijmende) uitdrukkingen en met stijlfiguren. 

Een stijlfiguur gebruik je om iets te benadrukken. 

Slide 8 - Slide

Terugblik beeldspraak
vergelijking:
Zijn buik (O) lijkt wel een luchtballon (B).

metafoor:
Die clown (B) staat weer voor de klas.
=> politici gebruiken ook vaak metaforen. Zie video.

personificatie:
Terwijl ik nadacht, staarde het lege scherm me aan.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Woordenschat hoofdstuk 1
https://apps.noordhoff.nl/se/content/theme/9217c9c0-b192-41d9-8ade-a030527be587/contenthub

Slide 11 - Slide

Stijlfiguur 1: Herhaling
Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een herhaling van woorden om datgene wat je zegt te onderstrepen.
Voorbeelden:
Uur na uur bleef het stil.
Tijdens het kamp was het macaroni en nog eens macaroni wat we kregen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Stijlfiguur 2: Tegenstelling

voorbeeld: 

– Vierkant in de fles, rond op de tong (reclame van jeneverproducent)

Slide 14 - Slide

Stijlfiguur 3: Opsomming
– Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder (uit een liedtekst van Ramses Shaffy)

Bijzondere opsommingen zijn:
drieslag, climax en anticlimax

Slide 15 - Slide

Drieslag (opsomming in drieën)
De naam zegt het al: er worden drie dingen opgesomd. 
Het gaat dus om een opsomming van drie woorden, zinnen of zinsdelen.

Voorbeeld:
Te land, ter zee en in de lucht.


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Climax
Dit is een opsomming die naar een hoogtepunt voert.
Voorbeelden:
-Het team ging voor brons, hoopte toen op zilver, maar heeft goud gewonnen.
-Je hebt goed, je hebt beter, je hebt het beste (reclame van een advocatenkantoor)

Slide 18 - Slide

Anticlimax

Bij een anticlimax (omgekeerde climax) neemt de kracht of de spanning juist af. 

Voorbeeld:

– Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.


Het begrip 'anticlimax' wordt ook wel gebruikt als het einde van een verhaal, roman of film nogal teleurstellend is.







Slide 19 - Slide

Je hebt mensen en mensen.

Dit is een:
A
Drieslag
B
Anticlimax
C
Herhaling
D
Tegenstelling

Slide 20 - Quiz

Zij begon op het vmbo, ging naar havo, toen naar het hbo en zit nu op de universiteit.
A
Herhaling
B
Drieslag
C
Tegenstelling
D
Climax

Slide 21 - Quiz

Aan de slag
Lees de theorie op p. 24 en maak opdracht 1 en 2.
Ben je klaar? Maak opdracht 3, 5 en 6

Slide 22 - Slide