Wanneer je vragen of ontkennende zinnen maakt
in de simple tenses, moet je een hulpwerkwoord gebruiken als dat nog niet in de zin staat. Gebruik: do/ don't, does/ doesn't (tt) of did/ didn't (vt).
Bijvoorbeeld: I like apples - I don't like apples - Do I like apples?
Bij andere tijden (continuous, perfect) is dit NIET aan de orde!