18/11 spelling sommige of sommigen

§ 12 Sommige of sommigen?
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§ 12 Sommige of sommigen?

Slide 1 - Slide

pppPlanning
  • Lesdoel
  • Lezen
  • Terugblik
  • Instructie- zelfstandig in stilte werken 
  • Verlengde instructie - in stilte werken 
  • Exitticket
  • Afsluiten (reflectie en feedback)

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les 
- kun je benoemen wanneer zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden op een -n eindigen;
- heb je geoefend met het spellen van zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

Blauw = kennis = leren
Oranje =  kunnen = oefenen 

Slide 3 - Slide

timer
15:00
In stilte lezen uit het door jouw gekozen boek op niveau.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Voluit
In cijfers
Dertig/30
tweehonderdnegenennegentig/ 299
vierduizend/4000
Tachtig/80
Vijfentwintig/ 25
Getallen t/m twintig/20
Getallen die een exacte waarde aangeven.

Slide 6 - Drag question

Je gebruikt letters
- voor hele getallen van één tot en met twintig: zeven, negentien;
- voor de tientallen tot honderd: twintig, dertigste;
- voor de honderdtallen tot duizend: tweehonderd, achthonderdste;
- voor de duizendtallen tot twaalfduizend: zesduizend, negenduizendste;
- voor de getallen miljoen, miljard, biljoen enzovoort: vier miljoen (met spatie), drie miljardste (los!).

Slide 7 - Slide

Je gebruikt cijfers
- voor getallen boven de twintig, behalve de tientallen en honderdtallen: 86 miljoen, de 21e (21e, 21ste) aflevering, 55 genodigden;
- voor maten, gewichten, bedragen, telefoonnummers, data, adressen, percentages, rekeningnummers, exacte tijdstippen: 70 meter, 33 °C, 6 kilo, € 9,25, 18 februari 1963, Dalemstraat 42, 8 procent, om 15.00 uur (drie uur geeft een tijdsduur aan: De sollicitanten krijgen drie uur de tijd voor de slotopdracht).

Slide 8 - Slide

Let op
- Je schrijft breuken met een spatie (twee derde: ⅔, vijf zeven achtste: 5⅞; maar: vierenhalf), behalve in een samenstelling: vierkwartsmaat, tweederdemeerderheid.

- Cijfers hebben de voorkeur als er anders een rare mix van cijfers én letters zou ontstaan bij getallen die hetzelfde geval betreffen:
--> Van de 28 deelnemers gingen er 3 naar de finale.

- Voor grote ronde getallen in een tekst combineer je cijfers en letters: 58 duizend inwoners, 240 miljard euro, 11 duizend kilometer.

Slide 9 - Slide

Nieuwe lesstof

Slide 10 - Slide

Wanneer is iets zelfstandig gebruikt?
Er moet GEEN zelfstandig naamwoord zijn dat je achter de telwoorden kan plakken. 
Kan je WEL een zelfstandig naamwoord eraan plakken, dan is het bijvoeglijk gebruikt.

Velen
houden van 'Wie is de mol?', maar enkelen kijken er nooit naar.

Enkelen van die spelers behoren tot de beste van het team.
Achter 'beste' kan je nu het zelfstandig naamwoord 'spelers' plakken, daarom schrijf je 'beste' zonder -n.



Slide 11 - Slide

Zelfstandig gebruikte woorden
Zelfstandig gebruikte woorden krijgen een -n als ze op mensen slaan die niet in de dezelfde zin genoemd worden.
Hoeveel verslaafden kunnen ze in Rotterdam nog opvangen?

Zelfstandig gebruikte woorden krijgen geen -n als ze op mensen slaan die wel in dezelfde zin genoemd worden.
Veel supporters in Brugge kwamen met de trein en slechts enkele met de eigen auto.

Zelfstandig gebruikte woorden krijgen geen -n als ze op dieren, planten of dingen slaan.
Van alle clubs was Ajax een van de eerste.

Slide 12 - Slide

Met -n / zonder -n
Met -n:
- als het personen aanduidt.
- als het zelfstandig gebruikt wordt


Zonder -n:
- als het geen personen aanduidt (dus dingen/dieren etc.)
- als het niet zelfstandig gebruikt wordt (dus bijvoeglijk)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Met of zonder -n?
Enkele(n) leerlingen hebben het huiswerk niet gemaakt.
A
met
B
zonder

Slide 15 - Quiz

Met of zonder -n?
Mijn oma kijkt altijd naar het nieuws voor dove(n) en slechthorende(n)
A
eerste met, tweede zonder
B
eerste zonder, tweede met
C
allebei met
D
allebei zonder

Slide 16 - Quiz

Met of zonder -n?
Van die schattige puppies wil ik er wel enkele(n) hebben.
A
met
B
zonder

Slide 17 - Quiz

Met of zonder -n?
Van die talentvolle voetballertjes zullen sommige(n) Oranje halen.
A
met
B
zonder

Slide 18 - Quiz

Werk voor deze les + huiswerk: Alvast aan het werk? 
  • je begrijpt de lesstof/theorie voldoende (je kunt het groene theorieblok uit je boek gebruiken als ondersteuning) 
  • je werkt in STILTE en je mag NIET PRATEN of OVERLEGGEN en geen vragen stellen
  • je bent echt aan het werk!
Klaar = in STILTE lezen

Pak je VIP en noteer:
Cursus 7 Spelling, § 12 Sommige of sommigen?, opdracht 1 t/m 5

Wat niet af is = huiswerk
Stel de volgende les vragen over dingen die je niet begreep!

Slide 19 - Slide

Zelfstandig gebruikte telwoorden een -n
Het is bij woorden als bijvoorbeeld 'sommige' en 'enkele' niet altijd meteen duidelijk of er een -n achter moet. 

Je stelt jezelf de volgende twee vragen:
1. Gaat het om personen?
2. Is het telwoord zelfstandig gebruikt?

Als het antwoord op beide vragen 'ja' is, zetten we er een -n achter

Slide 20 - Slide

Voorbeelden
Niet zelfstandig (wel bijvoeglijk) gebruikt en betreft wel persoon:
Sommige leerlingen ken ik heel goed.

Zelfstandig gebruikt telwoord:
Sommigen ken ik heel goed.

Niet zelfstandig gebruikt en geen persoon:
Enkele van de tijgers ken ik heel goed.

Slide 21 - Slide

Uitzondering
Telwoorden als tientallen, honderden, (tien)duizenden en miljoenen hebben ALTIJD een -n

Slide 22 - Slide

Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
Voor zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden gelden dezelfde regels als bij telwoorden:
  1. Is het zelfstandig gebruikt?
  2. Worden er personen aangeduid?
  3. Is het meervoud?
Ja? --> eindigt op -n (In Madrid kwamen ze een paar bekenden tegen)
Nee? --> eindigt het op e

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Van de ..... Italiaanse gerechten lustte Darrel er slechts ......
A
tientalle/enkele
B
tientalle/enkelen
C
tientallen/enkele
D
tientallen/enkelen

Slide 25 - Quiz

.... zijn geroepen, maar .....uitverkoren, zegt de Bijbel.
A
velen/weinigen
B
vele/weinige
C
vele/weinigen
D
velen/weinige

Slide 26 - Quiz

Toen het zo sneeuwde, kwamen alleen de ... leerlingen op tijd in de les, maar ... waren echt veel te laat.
A
eerste/sommigen
B
eersten/sommige
C
eerste/sommige
D
eersten/sommige

Slide 27 - Quiz

De frikandellen waren .. te hard, maar de ... waren wel eetbaar.
A
alle/meesten
B
alle/meeste
C
allen/meeste
D
allen/meesten

Slide 28 - Quiz

Onder de .... waren artiesten, onder wie de leden van de band Kensington.
A
genodigden
B
genodige

Slide 29 - Quiz

De hengelaar nam de grote vissen mee en gooide de ... terug.
A
kleinen
B
kleine

Slide 30 - Quiz

.... haringen lust Kerwin wel, maar .... vindt hij vies.
A
zoute/zuren
B
zouten/zuren
C
zouten/zure
D
zoute/zure

Slide 31 - Quiz

Dit gebouw is slecht toegankelijk voor .....
A
gehandicapte
B
gehandicapten

Slide 32 - Quiz

Mevrouw Hooi bekeek alle boeken en zocht de .... eruit.
A
mooiste
B
mooisten

Slide 33 - Quiz

Werk voor deze les + huiswerk: 
    Pak je VIP en noteer:
    Cursus 7 Spelling, § 12 Sommige of sommigen?, opdracht 1 t/m 5
    Klaar = in STILTE lezen
    Wat niet af is = huiswerk

    timer
    15:00

    Slide 34 - Slide

    Lesdoel
    Aan het einde van deze les 
    - kun je benoemen wanneer zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden op een -n eindigen;
    - heb je geoefend met het spellen van zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

    Blauw = kennis = leren
    Oranje =  kunnen = oefenen 

    Slide 35 - Slide

    Met -n
    Zonder -n
    Bijvoeglijk gebruikte telwoorden.
    Telwoorden met betr. op zaken/dieren.
    Zelfstandig gebruikte telwoorden met betr. op personen.
    Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoor- den.

    Slide 36 - Drag question

    Ik weet wanneer ik telwoorden en bijvoeglijk naamwoorden met of zonder een -n schrijf.
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 37 - Poll

    Reflectie:
    Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
    Wat kan nog iets beter? Hoe ga je dat verbeteren?

    Slide 38 - Open question

    Feedback:
    Wat vond je fijn/goed aan deze les?
    Wat zou je liever anders willen zien?

    Slide 39 - Open question