This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Lezen
timer
20:00
Slide 1 - Slide
Misschien hebben ze wellicht een oplossing.
Weet je het nog?
Slide 2 - Slide
Formuleerfouten
Pleonasme
Tautologie
Contaminatie
Incongruentie
Dubbele ontkenning
Slide 3 - Slide
Dubbele ontkenning
Als mensen iets willen benadrukken, gebruiken ze soms een dubbele ontkenning. Je gebruikt dan twee keer in de zin een ontkenning. nee - nooit / niet - geen / nooit - geen
Daardoor zeg je het tegengestelde van wat je bedoelt.
Je verbetert de zin door een ontkenning weg te halen of te vervangen. Dus:
Ik heb nooit geen zin = ik heb geen zin.
Slide 4 - Slide
Dubbele ontkenning
Slide 5 - Slide
Voorbeeld
Slide 6 - Slide
Wat is incongruentie?
Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm
Bij een meervoudig onderwerp hoort een meervouding onderwerp
Ontstaat hier een fout? Dat heet incongruentie
"De man en de vrouw leefde nog lang en gelukkig."
Slide 7 - Slide
Zoek de fout
Slide 8 - Slide
Goed of fout? De politie arresteert de protesterende man
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quiz
Hoe zit het?
De politie is enkelvoud - het werkwoord daarom ook
- De media hebben/heeft erover geschreven
- Softdrugs wordt/worden onder toezicht geproduceerd
Slide 10 - Slide
Goed of fout? Bijna 60 procent van de burgers zijn ontevreden over de politici.
A
Goed
B
Fout
Slide 11 - Quiz
Hoe zit het?
Bijna 60 procent (kern)van de burgers(bepaling) is ontevreden
- ongeveer 1 op de 10 kinderen wordt het slachtoffer van pesten
- In de popwereld was Doe Maar een van de eerste bands die muziek op cd uitbrachten.
Slide 12 - Slide
Goed of fout? De belangstellenden voor de functie van voorzitter worden gevraagd te reageren
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quiz
Hoe zit het?
(Aan) De belangstellenden voor de functie van voorzitter worden gevraagd te reageren.
Meewerkend voorwerp en dus geen onderwerp!
Slide 14 - Slide
Ik kan nu congruentiefouten herkennen en verbeteren
Een aardige hoeveelheid mensen heeft/hebben het condoleanceregister al getekend.
Een leger kooplustigen blokkeerde/blokkeerden de straat.
De aantal kinderen verdrong/verdrongen zich rond de taart.