Extraatje: WS kortverhaal - quiz

Peter zucht binnensmonds.
A
luidkeels
B
mompelend
C
stiekem
D
met tegenzin
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Peter zucht binnensmonds.
A
luidkeels
B
mompelend
C
stiekem
D
met tegenzin

Slide 1 - Quiz

We moeten oeverloos taaltaken schrijven.
A
saaie
B
ademloos
C
belangeloos
D
eindeloos

Slide 2 - Quiz

Steels kijkt hij rond.
A
stiekem
B
opvallend
C
scheel
D
gejaagd

Slide 3 - Quiz

Ze komt steevast te laat op school.
A
altijd
B
vaak
C
zelden
D
soms

Slide 4 - Quiz

Ze vertoont geen greintje nervositeit.
A
massa
B
graantje
C
teken van
D
vleugje, zweempje

Slide 5 - Quiz

Dat is een geheim agent die het internet afschuimt.
A
afraadt
B
bekijkt
C
doorzoekt
D
afweert

Slide 6 - Quiz

Hij zoekt op het internet naar onregelmatigheden.
A
onjuiste informatie
B
afwijking, mistoestand
C
gevaarlijke informatie
D
grappige informatie

Slide 7 - Quiz

Hij zoekt naar opruiende taal op het internet.
A
racistische taal
B
seksistische taal
C
vulgaire taal
D
ophitsende taal

Slide 8 - Quiz

Met een knikje beëindigt ze haar betoog.
A
verdediging van een standpunt
B
een vraagstuk
C
een interview
D
een dialoog

Slide 9 - Quiz

Wat betekent het woord identiteit?

Slide 10 - Open question

Zo fris als een
A
hoentje
B
vis

Slide 11 - Quiz

Zo stil als een
A
mier
B
muis

Slide 12 - Quiz

Zo nijdig als een
A
spin
B
varken

Slide 13 - Quiz

Zo gezond als een
A
vis
B
kameleon

Slide 14 - Quiz

Zo mager als een
A
wezel
B
sprinkhaan

Slide 15 - Quiz

Zo blind als een
A
mol
B
kikker

Slide 16 - Quiz

Zo trouw als een
A
kat
B
hond

Slide 17 - Quiz

Zo lenig als een
A
kat
B
slang

Slide 18 - Quiz

Zo zwart als een
A
marmot
B
raaf

Slide 19 - Quiz

Zo snel als een
A
luipaard
B
haas

Slide 20 - Quiz

Zo verkouden als een
A
snip
B
otter

Slide 21 - Quiz

Wat betekent het woord nervositeit?

Slide 22 - Open question