Les 4 begeleiden in de WLZ

• Begeleiding
• MBO
• Studiejaar 1

Les 4 begeleiden in de WLZ

Wat is een voorbeeld van actieve participatie van patiënten in de zorg?

1. Alleen informatie ontvangen over behandelingen.
2. Wachten op de beslissing van de arts.
3. Zelf beslissen over het behandelplan in overleg met de zorgverlener.
4. Alleen feedback geven na de behandeling.

Wat wordt bedoeld met het vervullen van sociale rollen?

1. Het volgen van een opleiding om persoonlijke doelen te bereiken.
2. Het aannemen van verschillende verantwoordelijkheden en verwachtingen binnen een gemeenschap.
3. Het kiezen van een carrière op basis van persoonlijke voorkeuren.
4. Het vermijden van conflicten door altijd de verwachtingen van anderen te volgen.

Wat is een voorbeeld van een vooroordeel in de zorg?

1. Een arts geeft altijd alle patiënten dezelfde behandeling.
2. Patiënten krijgen altijd de beste zorg, ongeacht hun achtergrond.
3. Zorgprofessionals passen hun communicatie altijd aan aan de wensen van de patiënt.
4. Een zorgverlener gaat ervan uit dat oudere patiënten minder goed kunnen herstellen, zonder naar hun persoonlijke situatie te kijken.

Wat is een kenmerk van een SMART-doel?

1. Het doel is vaag en flexibel.
2. Het doel is specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden.
3. Het doel wordt pas na het behalen geëvalueerd.
4. Het doel heeft geen deadline.

Wat betekent empowerment?

1. De zorgverlener neemt alle beslissingen voor de cliënt.
2. De cliënt krijgt de regie over zijn of haar eigen zorg en welzijn.
3. De zorg is altijd gratis voor de cliënt.
4. De cliënt moet zich altijd houden aan de aanwijzingen van de zorgverlener.

Hoe vergroot je de zelfredzaamheid van cliënten in de zorg?

1. Door alle taken volledig van de cliënt over te nemen.
2. Door de cliënt te ondersteunen bij het ontwikkelen van vaardigheden en het nemen van eigen beslissingen.
3. Door de cliënt te dwingen tot deelname aan activiteiten.
4. Door de cliënt alleen te informeren, maar verder geen verantwoordelijkheid te geven.

Waar kun je de sociale kaart van Nederland voor gebruiken?

1. Om een overzicht te krijgen van beschikbare zorgverleners en sociale voorzieningen in de regio.
2. Om de route naar verschillende zorginstellingen te plannen.
3. Om een belastingaangifte te doen.
4. Om de geschiedenis van sociale voorzieningen in Nederland te onderzoeken.

SMART-doel, ja of nee?

"Ik wil gezonder leven."

1. Ja
2. Nee

SMART-doel ja of nee?

"Ik wil mijn administratie bijwerken binnen 2 weken door elke dag 20 minuten te besteden aan het ordenen van mijn documenten."

1. Ja
2. Nee

SMART-doel, ja of nee?

Ik wil mijn stress verminderen door dagelijks 15 minuten mindfulness te doen, te beginnen vanaf volgende week."

1. Ja
2. Nee

Waarom zijn SMART-doelen belangrijk?

1. Ze zorgen ervoor dat doelen snel en zonder inspanning worden bereikt.
2. Ze helpen bij het concreet maken van doelen, zodat ze gemakkelijker te bereiken zijn.
3. Ze stellen doelen altijd uit naar de lange termijn.
4. Ze zijn alleen nuttig voor teamdoelen, niet voor persoonlijke doelen.

Waarom worden de 9 leefgebieden vaak gebruikt in de zorg?

1. Om de gezondheid van cliënten te verbeteren zonder aandacht voor andere aspecten.
2. Om een compleet beeld te krijgen van de situatie van een cliënt en de zorg daarop af te stemmen.
3. Omdat ze altijd leiden tot een hogere kwaliteit van leven, ongeacht de omstandigheden.
4. Omdat ze alleen van toepassing zijn op ouderen in de zorg.

Hoe kunnen de 9 leefgebieden bijdragen aan het vergroten van de zelfredzaamheid van een cliënt?

1. Door de cliënt te dwingen om zijn of haar situatie te veranderen zonder ondersteuning.
2. Door alleen de medische zorg te verbeteren en andere leefgebieden te negeren.
3. Door de zorg volledig over te nemen zodat de cliënt geen moeite hoeft te doen.
4. Door alle leefgebieden te analyseren en samen met de cliënt doelen te stellen die hen helpen hun situatie te verbeteren.

Wat is de betekenis van de LSD-techniek in communicatie?

1. Luisteren, Stimuleren, Duiden
2. Leren, Stimuleren, Doen
3. Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
4. Leren, Samenvatten, Discussiëren