9.4 Ziek - les 1

Programma 
Vorige les : een klein quizje 
Paragraaf 9.4
 

Leerdoel: 
  • Je leert waardoor je ziek wordt en hoe je lichaam ziekteverwekkers bestrijdt



1 / 21
next
Slide 1: Slide
biologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programma 
Vorige les : een klein quizje 
Paragraaf 9.4
 

Leerdoel: 
  • Je leert waardoor je ziek wordt en hoe je lichaam ziekteverwekkers bestrijdt



Slide 1 - Slide

Opdracht 
  • houd je boek nog even dicht en beantwoord de volgende vraag. Even checken wat je nog weet van de vorige les.... 

Slide 2 - Slide

Jorno is een uur lang intensief aan het sporten. Zijn huid helpt mee om zijn lichaamstemperatuur op ongeveer 37oC te houden.
Op welke twee manieren helpt zijn huid mee om zijn lichaamstemperatuur op 37oC te houden?

Slide 3 - Open question

Wat zijn de namen van de
onderdelen 1, 2 en 3?

Slide 4 - Open question

De molrat leeft als een mol, dus alleen ondergronds. Hij heeft een bruine huid. Wat is de functie van de bruine huid?
A
de bruine kleur dient als camouflage
B
de bruine huid beschermt tegen de UV-straling van het zonlicht

Slide 5 - Quiz

Een vrouw heeft een tumor in haar borst. Bij onderzoek ontdekt een arts ook een tumor in haar rib. De arts denkt dat die tumor daar gekomen is door de tumor in haar borst.
Leg uit hoe de tumor in haar rib kan zijn ontstaan vanuit een borsttumor.

Slide 6 - Open question

Een losse tumorcel laat op een andere plek in het lichaam een nieuw gezwel ontstaan. Hoe noem je zo'n nieuw gezwel
A
kankergezwel
B
uitzaaiing

Slide 7 - Quiz

Opdracht 
  • open je tekstboek op blz 86 
  • lees de intro van 9.4 en maak de opdrachten 1 en 2 in je werkboek op blz 130.

Slide 8 - Slide

Nakijken
  • 1: Je wordt verkouden door een virus
  • 2: In de bus zitten veel mensen dicht op elkaar in een afgesloten ruimte. De kans dat je een virus binnenkrijgt als iemand hoest of niest is groter dan wanneer je buiten bent.

Slide 9 - Slide

Opdracht
  • We kijken de video 'Hoe wordt je ziek?' en tijdens het kijken van de video schrijf je op op welke manieren jij het virus overgedragen ziet worden. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Opdracht 
Maak een samenvatting in je schrift door de volgende zinnen aan te vullen:
  1. Er zijn drie soorten organismen die ziekten kunnen verwekken namelijk ..........
  2. Er is sprake van besmetting of infectie als ..... 
  3. Infectieziekten zijn. .... 
  4. Met incubatietijd wordt bedoeld de tijd tussen het tijdstip van besmetting en het zichtbaar worden van de ...
  5. De huisarts stelt een ..... en geeft een ...... 

Slide 12 - Slide

Nakijken
 
Maak een samenvatting in je schrift door de volgende zinnen aan te vullen:
  1. Er zijn drie soorten organismen die ziekten kunnen verwekken namelijk: bacteriën, schimmels en virussen
  2. Er is sprake van besmetting of infectie als er ziekteverwekkers in je lichaam zitten
  3. Infectieziekten zijn: ziekten die door een infectie met een schimmel, bacterie of virus zijn ontstaan
  4. Met incubatietijd wordt bedoeld de tijd tussen het tijdstip van besmetting en het zichtbaar worden van de symptomen
  5. De huisarts stelt een ..... en geeft een ...... 

Slide 13 - Slide

Opdracht 
  • Maak nu de opdrachten 3 t/m 6 in je werkboek op blz 130 en 131.
  • Gebruik tekstboek blz 86 en 87

Slide 14 - Slide

opdracht 
  • We kijken het filmpje 'Hoe genees je?'


Slide 15 - Slide

pus ontstaat door het in actie komen van
A
antistofcellen
B
vreetcellen

Slide 16 - Quiz

antigenen worden gemaakt door
A
je eigen lichaamscellen
B
ziekteverwekkers
C
door allebei
D
door geen van beide

Slide 17 - Quiz

antistoffen worden gemaakt door
A
witte bloedcellen
B
levercellen
C
ziekteverwekkers

Slide 18 - Quiz

opdracht 
Maak een samenvatting in je schrift door de volgende zinnen aan te vullen:
  1. Je hebt koorts als je lichaamstemperatuur ... 
  2. De ..... regelt je lichaamstemperatuur 
  3. Bij ziekte zorgen witte bloedcellen dat de hypothalamus ...
  4. De twee effecten van een verhoogde lichaamstemperatuur zijn: 
             a.  snellere afvoer van ... van de ziekteverwekkers 
             b.  snellere antistof.... door ..... 

Slide 19 - Slide

opdracht 
Maak een samenvatting in je schrift door de volgende zinnen aan te vullen:
  1. Je hebt koorts als je lichaamstemperatuur hoger dan 38oC
  2. De hypothalamus regelt je lichaamstemperatuur 
  3. Bij ziekte zorgen witte bloedcellen dat de hypothalamus je lichaamstemperatuur verhoogt
  4. De twee effecten van een verhoogde lichaamstemperatuur zijn: 
             a.  snellere afvoer van afvalstoffen van de ziekteverwekkers 
             b.  snellere antistofproductie door antistofcellen

Slide 20 - Slide

huiswerk
Lees de tekst onder de kopjes "Hoe genees je?" en "waarvoor krijg je koorts?" op blz 87 en 88
Maak opdracht 8 t/m 14 op blz 131 t/m 133




Slide 21 - Slide