Examentraining Hoofdstuk 6 C

EXAMENTRAINING
Economie mavo 4
Hoofdstuk 6 versie C
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BedrijfsadministratieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

EXAMENTRAINING
Economie mavo 4
Hoofdstuk 6 versie C

Slide 1 - Slide

Wat neem je mee naar het examen?
Let op:
Bij meerkeuze vragen maar 1 antwoord goed
Geld twee cijfers achter de komma
Berekeningen altijd opschrijven
Kijk op hoeveel decimaal je moet afronden
Als er om een uitleg wordt gevraagd deze opschrijven 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Esther heeft een belastbaar inkomen van € 55.000.

Gebruik de tarieven in box 1
hiernaast om de opdracht te maken. 
Zijn kosten woon- werk openbaar vervoer een bijtelling of een aftrekpost?
Hoeveel belasting moet ze over haar belastbaar inkomen betalen?

Slide 4 - Slide

Een leer vraag mag je niet fout doen.
Weet je het niet meer kijk dan op bladzijde 176

Slide 5 - Slide

Nog een echte leervraag.
Weet je het niet meer kijk in je boek op bladzijde 178

Slide 6 - Slide

En nog een leervraag.
weet je het niet meer kijk op bladzijde 187

Slide 7 - Slide

Wat is nivellering ?
Weet je het niet meer, bladzijde 186.
Leg nu uit waarom het nivellerend werkt als je auto's boven de € 50.000 meer dan 45 bijtelling geeft.
LET OP: in je antwoord moet altijd het woord in verhouding of in procenten staan.

Slide 8 - Slide

Nivellering en denivellering vergeten?
Kijk op bladzijde 186.
LET OP: in je antwoord moet altijd het woord in verhouding of in procenten staan.

Slide 9 - Slide

Nivellering en denivellering vergeten?
Kijk op bladzijde 186.
LET OP: in je antwoord moet altijd het woord in verhouding of in procenten staan.

Slide 10 - Slide

Waar zit de verandering?
Wie heeft er last van?
Waarom wekt het nivilerend?
LET OP: in je antwoord moet altijd het woord in verhouding of in procenten staan.

Slide 11 - Slide

Een leervraag
Weet je het niet meer, kijk dan op bladzijden 184 en 185.

Slide 12 - Slide

10
Gebruik de tarieven box 1 hiernaast om de opdracht op te lossen.
Waar zit ze met het grootste gedeelte van haar inkomen?
Is hypotheekrente een bijtelling of een aftrekpost?
Vergeten, kijk dan op bladzijde 176.
Weet je het niet, kijk dan op bladzijde 176.
Hier heb ik jullie vaak voor gewaarschuwd.
Wat is het goede antwoord?

Slide 13 - Slide

Weet je het niet meer kijk dan naar de afbeeldingen hierna.
Weet je het niet meer?
Kijk dan op de afbeelding hierna.

Slide 14 - Slide


Gebruik de tabel van de WOZ-waarde en het eigen woningforfait op de volgende bladzijde.
Hoe bereken je het eigenwoningforfait?
Je kijkt in de tabel en waar ga je naar opzoek?
Is het een bijtelling of een aftrekpost?
Wat moet je gebruiken aan de informatie over de hypotheek in deze opdracht?
Is dit een bijtelling of een aftrekpost?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Uitleggen waarom jongeren straks last hebben van de staatsschuld.
Welke informatie krijg je uit de tekst?
De rente is 2,5 % en de rentelast is 10,1 miljard.
Dus 10,1 miljard  = 2,5%
Wat moet je berekenen?

Slide 17 - Slide

Welke 2 uitgaven horen er bij een schuld?

Slide 18 - Slide

Logisch nadenken, deze weet je echt!!
Weet je het niet meer, kijk dan even terug bij vraag 12.
Let op dat je een verklaring moet geven.

Slide 19 - Slide

18. Bekijk de tabel hierboven.
      Van welke soort belastingtarieven is er sprake in box 3.
      Leg ook uit waarom dit zo is.
Soorten belastingtarieven vergeten?
Kijk dan op bladzijde 185.
Welk woord moet altijd in je antwoord staan?

Slide 20 - Slide