Hoofdstuk 4 Formules en Grafieken

3 Basis - Wiskunde
Zet je laptop aan en leg je boek vast klaar.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

3 Basis - Wiskunde
Zet je laptop aan en leg je boek vast klaar.

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 4 Formules en Grafieken
- Soorten grafieken
- Grafiek bij formule maken
- Formule bij grafiek maken
- Formule bij een tabel kiezen en zelf maken
- Formules vergelijken (zelfde begingetal / stijggetal)

Slide 2 - Slide

4.1 Soorten grafieken
- Je leert de soorten grafieken: lineair, horizontaal, vloeiende kromme.
- Je leert wat te vertellen over het verloop van een grafiek.

Slide 3 - Slide

Voedsel kan buiten de koelkast snel bederven. Dat komt doordat het aantal bacteriën snel groeit bij hogere temperatuur. Het aantal bacteriën in een schaaltje yoghurt staat in de tabel. Bij de tabel is een grafiek getekend.
Welke bewering klopt?
A
De grafiek daalt steeds sneller
B
De grafiek stijgt steeds sneller
C
De grafiek is een rechte lijn
D
De grafiek daalt steeds langzamer

Slide 4 - Quiz

De grafiek van Marjan is een
A
Gebogen grafiek
B
Horizontale grafiek
C
Lineaire grafiek
D
Geen idee

Slide 5 - Quiz

De grafiek over oppervlakte is een
A
Horizontale grafiek
B
Lineaire grafiek
C
Gebogen grafiek
D
Geen idee

Slide 6 - Quiz

Welke grafiek(en) zijn horizontaal?

Slide 7 - Open question

Welke grafiek(en) zijn gebogen grafieken?

Slide 8 - Open question

Welke grafiek(en) zijn lineair?

Slide 9 - Open question

Jos werkt bij een hoveniersbedrijf. Zijn inkomsten per dag berekent hij met de formule inkomsten = 12,50 + 7,50 x tijd .
Hierin zijn de inkomsten in euro’s en de tijd in uren
- Hoeveel verdient Jos per uur?
- Is dit het begingetal of stijggetal?

Slide 10 - Open question

Inkomsten = 12,50 + 7,50 x tijd
Jos krijgt elke dag een vaste vergoeding voor het gebruik van zijn auto.
- Hoeveel euro is die vergoeding?
- Is dit het begingetal of stijggetal?

Slide 11 - Open question

Inkomsten = 12,50 + 7,50 x tijd
Hoeveel verdient hij bij 2 uur werken?

Slide 12 - Open question

Aan de slag
- Samen maken opdracht 15 (blz.178).
- Maak de opdrachten van 4.1 en 4.2 met een cirkeltje ervoor.
- Kijk je opdrachten na. 

Slide 13 - Slide

4.3 Formule maken bij grafiek
1. Wat staat er bij de verticale as?
2. Wat is het begingetal?
3. Stijgt of daalt de grafiek?
4. Wat is het stijggetal?
5. Wat staat er bij de horizontale as?

Zet dit achter elkaar en je hebt een formule gemaakt.

Waarom leren we een formule hierbij te maken?

Slide 14 - Slide

Geef de formule bij de grafiek.

Slide 15 - Open question

Geef de formule bij de grafiek.

Slide 16 - Open question

Geef de formule bij de grafiek.

Slide 17 - Open question

Aan de slag
- Maak de opdrachten bij 4.3 met een cirkeltje ervoor. 
- Kijk je opdrachten na. 
- Snel klaar? Opdrachten met een sterretje / ander vak.

Slide 18 - Slide

4.4 Stijggetal en daalgetal
Pak vast je laptop en je boek.

Slide 19 - Slide

Geef de formule bij de grafiek.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Geef de formule bij de grafiek.

Slide 22 - Open question

Geef de formule bij de grafiek.

Slide 23 - Open question

Aan de slag
- Maak de opdrachten bij 4.4 met een cirkeltje ervoor. 
- Kijk je opdrachten na. 
- Snel klaar? Opdrachten met een sterretje / ander vak.

Slide 24 - Slide

4.5 Formule en tabel
Pak vast je laptop en je boek.

- Je kan onderzoeken of een tabel bij een formule hoort.
- Je kan een formule maken bij een tabel.

Slide 25 - Slide

Beltegoed = 12,50 + 0,025 x tijd
Onderzoek of de formule bij de tabel hoort.

Slide 26 - Open question

Bedrag = 28 + 5 x tijd
Onderzoek of de formule bij de tabel hoort.

Slide 27 - Open question

Formule maken bij tabel
woorden onderin = begingetal +/- stijg/daalgetal x woorden bovenin

Slide 28 - Slide

Geef de formule bij de tabel.

Slide 29 - Open question

Geef de formule bij de tabel.

Slide 30 - Open question

Aan de slag
- Maak de opdrachten bij 4.5 met een cirkeltje ervoor. 
- Kijk je opdrachten na. 
- Snel klaar? Opdrachten met een sterretje / ander vak.

Slide 31 - Slide

4.6 Formules vergelijken
- Je kan vragen beantwoorden waarbij je formules en grafieken met elkaar vergelijkt. 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Aan de slag
- Maak de opdrachten bij 4.6 met een cirkeltje ervoor. 
- Zorg dat je weektaak af is: 4.4, 4.5 en 4.6
- Kijk je opdrachten na. 
- Klaar? Opdrachten met een sterretje / ander vak.

Slide 34 - Slide