Domein 2 Verhoudingen - Procenten

Vandaag in de les 
Huiswerk bespreken Verhoudingen 
Theorie uitleg over Procenten 
Oefeningen 
Opdrachten inleveren (Padlet) 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag in de les 
Huiswerk bespreken Verhoudingen 
Theorie uitleg over Procenten 
Oefeningen 
Opdrachten inleveren (Padlet) 

Slide 1 - Slide

Huiswerk bespreken 

Slide 2 - Slide

Procenten 
Onderwerp Procenten 
- Procenten en breuken 
- Een deel uitrekenen 
- Percentage uitrekenen 
- Het totaal uitrekenen 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 
 1. Je kunt een breuk omzetten naar procenten met je rekenmachine en/of met verhoudingstabel 
2. Je kunt een deel uitrekenen van een totale
3. Je kunt de percentage uitrekenen 
4. Je kunt het totale uitrekenen als je een deel al weet 

Slide 4 - Slide

Procenten en breuken 
breuk omzetten naar procent
met verhoudingstabel en Rekenmachine 




Slide 5 - Slide

Drie op de zeven leerlingen zijn jonger dan 20 jaar.
Hoeveel procent is dat?

A
42%
B
2%
C
43%
D
3%

Slide 6 - Quiz

Percentage uitrekenen
Als je deel weet van de totale kan je ook het percentage uitrekenen. 

Het Europees Kampioenschap atletiek heeft 340 deelnemers. 
119 deelnemers zijn jonger dan 23 jaar. 
Hoeveel procent van de deelnemers aan het Europees Kampioenschap atletiek is jonger dan 23 jaar? 

Slide 7 - Slide

In 2016 werden in Nederland 215.000 woningen verkocht.
Daarvan stonden 46.500 woningen in Zuid-Holland.
Hoeveel procent is dat?
A
4,6%
B
5%
C
21,6%
D
geen idee

Slide 8 - Quiz

Een deel uitrekenen 
Je weet het totaal en moet een deel uitrekenen.

Agnes heeft een toets gemaakt met 64 vragen. 
Ze heeft 75% van de vragen goed beantwoord. 
Hoeveel vragen heeft Agnes goed beantwoord?


Slide 9 - Slide

Een politieagent controleert bij 320 automobilisten het rijbewijs. 15% van de automobilisten heeft geen geldig rijbewijs.
Hoeveel gecontroleerde automobilisten hebben geen geldig rijbewijs?
A
15
B
32
C
geen idee
D
48

Slide 10 - Quiz

Het totaal uitrekenen 
Je weet al de deel van de totale. Nu ga je terug het totale uitrekenen. 
Je kunt het met een verhoudingstabel doen en of met je rekenmachine. Het belangrijkste is dat je weet dat je meer moet uitkomen dan je deel. Want totale is altijd meer! 

Slide 11 - Slide

Met Rekenmachine 
Sam koopt voor € 57 een broek met 24% korting.   
Hoeveel kost de broek zonder korting?

Slide 12 - Slide

Met verhoudingstabel 
Sam koopt voor € 57 een broek met 24% korting.   
Hoeveel kost de broek zonder korting?

Slide 13 - Slide

De fruitsalade bevat 69 g mango. 
 
Hoeveel gram fruit zit er in totaal in de verpakking?

Slide 14 - Slide

Van de leerlingen die in 2012 eindexamen deden, is 87,5% geslaagd. In 2012 zijn 168.000 leerlingen geslaagd voor het eindexamen.
Hoeveel leerlingen deden in 2012 eindexamen?
A
192 000 leerlingen
B
geen idee
C
1344 leerlingen
D
147000 leerlingen

Slide 15 - Quiz

Oefeningen 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat ga je nu doen?
A
Ik ga mijn opdrachten maken
B
Ik weet niet wat ik moet doen
C
Ik heb nog vragen
D
Ik ga niks doen

Slide 18 - Quiz

Leerdoelen 
 1. Je kunt een breuk omzetten naar procenten met je rekenmachine en/of met verhoudingstabel 
2. Je kunt een deel uitrekenen van een totale
3. Je kunt de percentage uitrekenen 
4. Je kunt het totale uitrekenen als je een deel al weet 

Slide 19 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?
Wat moet je nog maken.
waar heb je nog moeite?
wat ga je de volgende keer anders doen?

Slide 20 - Open question