ritueel feodaal "contract"
"Als een hertog of graaf werd benoemd, sprak hij een eed van trouw uit. Tijdens zo’n benoeming knielde de edelman voor Karel, stak zijn handen tussen die van de koning en beloofde hem te dienen en met raad en daad bij te staan. Daarna omhelsden en kusten de mannen elkaar. De edelman was vanaf nu leenman of vazal en de koning was zijn leenheer. Karel gaf het gezag over een gebied wel aan een leenman, maar dat gebied werd niet het bezit van de leenman. De leenman kreeg het in leen en mocht er inkomsten uit halen. Hij moest in het gebied rechtspreken namens de koning en zorgen voor orde en veiligheid. Ook moest hij militairen leveren voor het leger van de koning."