H3 woordenschat (3e les)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Check:

• Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
• Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel ligt: 

• Lesboek
• Leesboek
• Schrift
• 1-blikagenda
• Pen

• Ga lekker zitten. 
• Pak je boek en lees.
• Veel plezier!

Stillezen

H3 Lezen

H3 Woordenschat

Na de lessen deze week...

• kun je opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van signaalwoorden.

• weet je de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels en kun je deze voorvoegsels gebruiken om de betekenis van veelvoorkomende woorden te vinden.

Doel

Maandag 14 februari

• H3, lezen: opdr. 4
• H3, woordenschat: opdr. 1 t/m 7 (5 niet)

Huiswerk

• Toets lezen en woordenschat H3 (2x)

2Z: woensdag 16 februari
2G/2M: donderdag 17 februari

Toets

Je kent de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels.

Je kunt deze voorvoegsels gebruiken om de betekenis van woorden te vinden.

Doel

Beantwoord voor elk woord de volgende twee vragen:

1. Welk voorvoegsel zie je?

2. Wat betekent het woord?

• mislukt
• ex-minister
  
• oneervol
  
• wanhopig

• Stap 1: maak de opdrachten in je eentje en stil. Schrijf de antwoorden kort op in je schrift.
• Stap 2: vergelijk je antwoorden met diegene naast je. Hebben jullie niet hetzelfde? Overleg welk antwoord het beste is. Je komt samen tot één antwoord.
• Stap 3: we bespreken de antwoorden samen. 

Check

Kies het juiste voorvoegsel

Als de lockdown voorbij is, zijn restaurants en winkels misschien wel                         stop open.         

her

on

mis

wan

non

ex

inter

Kies het juiste voorvoegsel

Sinds vorige week is mijn vriend niet meer mijn vriend. Hij is mijn                         -vriend. 

her

on

mis

wan

non

ex

inter

Wat?

• H3, woordenschat: opdr. 1 t/m 7 (5 niet)

Hoe?

• Boek + schrift
• Woordenlijst opdr. 2 (voorin)

Klaar? 

• Nakijken (voorin)
• Woordenlijst oefenen (vraag linkje)

Heb je hulp nodig?

Kijk eerst naar het stoplicht.

 

Rood? Stil. 

Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).

Geel? Fluisterniveau. 

Vraag diegene naast je.

Groen? Fluisterniveau. 

Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk

Na deze les...

• ken je de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels.
  
• kun je deze voorvoegsels gebruiken om de betekenis van woorden te vinden.

Doel

Volgende les

Maandag 14 februari: weektaak af

• H3, lezen: opdr. 4
  
• H3, woordenschat: opdr. 1 t/m 7 (5 niet)

Donderdag 17 februari:

• Toets lezen en woordenschat H3