Grammatica passieve zin

Grammatica passieve zin
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Grammatica passieve zin

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet wat passieve zinnen zijn en hoe je kan bepalen of een zin passief is;
  • Je kan bepalen of een zin passief is en passieve zinnen omzetten in actieve zinnen;
  • Je kan passieve zinnen beredeneren en uitleggen wat het effect van een passieve constructie is in een gegeven zin;
  • Je kan beoordelen en beargumenteren of een passieve constructie passend is in een gegeven context. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoofdzin/Bijzin?
''Omdat ik koekjes lekker vind, koop ik vaak Oreo's.''
A
HZ+HZ
B
HZ+BZ
C
BZ+BZ
D
BZ+HZ

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

hoofdzin+bijzin?
Ik weet niet of ik morgen naar het bos ga.
A
H, B
B
B, H

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdzin-bijzin?
Als het lukt, ga ik met je mee want dat vind ik leuk.
A
BZ - HZ -BZ
B
HZ - BZ - HZ
C
BZ - HZ - HZ

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoofd- en bijzin
Samengestelde zin --> Zinnen met meerdere gezegdes. Ze haastte zich en haalde net de bus. 
Hoofdzin --> Delen die op zichzelf kunnen staan. Ze haastte zich. Ze haalde net de bus. 
Bijzin --> Delen die niet op zichzelf kunnen staan. Als ze had getreuzeld, dan had ze net de bus gemist. 
In bijzinnen kunnen de werkwoorden niet los van elkaar staan. In hoofdzinnen wel. 
Als ze had vanochtend getreuzeld
Dan had ze de bus gemist


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen nevenschikking en onderschikking?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Nevenschikking en onderschikking
Nevenschikking --> een samengestelde zin met twee hoofdzinnen. Worden vaak verbonden met voegwoorden als en, of, maar, want, dus
Onderschikking --> een hoofdzin + bijzin. Vaak verbonden met voegwoorden als dat, als, omdat, terwijl etc. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Passieve zin
In zinnen met een werkwoordelijk gezegde is het onderwerp normaal gesproken degene die iets doet. Het lijdend voorwerp ondergaat wat en het meewerkend voorwerp ontvangt wat. Dit zijn actieve zinnen

Soms zijn er redenen om het onderwerp achterwege te laten. Dat is een passieve zin
Een passieve zin maak je door het werkwoord worden toe te voegen aan het gezegde. Het onderwerp verdwijnt en het lijdend voorwerp wordt het nieuwe onderwerp. 

-Ik stuurde jou gisteren dat appje. 
-Dat appje werd jou gisteren gestuurd. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Actieve zin
Floris geeft haar het snoepje.
► onderwerp is doener
► lijdend voorwerp is onderganer
► meewerkend voorwerp is ontvanger

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Passieve zin
Actief: Floris geeft haar het snoepje. 
Passief: Het snoepje wordt haar gegeven (door Floris).

► Lijdend voorwerp wordt onderwerp
► Hulpwerkwoord worden
► Zelfstandig werkwoord wordt voltooid deelwoord 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Is dit een actieve of passieve zin?
'Het hert werd geschoten door de jagers.'
A
Actief
B
Passief

Slide 12 - Quiz

Het hert ondergaat de handeling (neerschieten).
Actieve of passieve zin:
Zijn die mooie kleren door je vader betaald?

A
actief
B
passief

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een passieve zin?
A
Een zin waarin het onderwerp en de handeling worden omgedraaid.
B
Een zin waarin het onderwerp de handeling uitvoert.
C
Een zin waarin het onderwerp niet wordt genoemd.
D
Een zin waarin het onderwerp de handeling ondergaat.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Oefeningen Havo 3
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Grammatica D passieve zin, opdracht 3,4,5,7,9,11
Hoe?
Oefenboek blz 124-125.
Handboek blz 172-173
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oefeningen vwo 3
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Grammatica D passieve zin, opdracht 3,4,5,7 en 9
Hoe?
Oefenboek blz 132-133.
Handboek blz 172-173
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet wat passieve zinnen zijn en hoe je kan bepalen of een zin passief is.
Je kan bepalen of een zin passief is en passieve zinnen omzetten in actieve zinnen.
Je kan passieve zinnen beredeneren en uitleggen wat het effect van een passieve constructie is in een gegeven zin.
Je kan beoordelen en beargumenteren of een passieve constructie passend is in een gegeven context. 

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions