Rekenen aan reacties

1 / 33
next
Slide 1: Video
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions


Bereken de molaire massa van H2SO4.
A
49,018 g/mol
B
98,076 g/mol
C
98,076 g/mol
D
129,128 g/mol

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions


Op een schaaltje ligt 6,45 g MgO.
Bereken hoeveel mol MgO deze hoeveelheid is?
Gebruik tabel 98 en geef het antwoord in het juiste aantal significante cijfers. 
A
0,160 mol
B
0,16000 mol
C
259 mol
D
259,96 mol

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Er volgt een uitwerking op het bord 
voor het rekenen aan deze reactie.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Neem het stappenplan en rekenschema over !
Dit zijn je (succes)criteria en hier krijg je telkens feedback op.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld opgaven
Je krijgt drie voorbeelden van uitwerkingen.

In viertallen:
  • Ga met behulp van het stappenplan en het rekenschema na welk voorbeeld het beste is. 
  • Geef bij de twee andere voorbeelden aan bij welke stap of stappen het nog beter kan en noteer deze verbetering.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
  • Maak de opgave ALLEEN, geen overleg
    Je mag het stappenplan en rekenschema gebruiken.

  • Noteer je uitwerking op je blad/schrift/etc.

  • Noteer alleen het antwoord in de LessonUp vraag.
 

Slide 12 - Slide

Het noteren van het antwoord in LessonUp is enkel voor jou als docent om te zien wat het tempo is van de groep !!!

Koolstofdioxide kan worden gevormd uit koolstofmono-oxide en zuurstof. 
De reactievergelijking is: 2 CO + O2  --> 2 CO2
Bereken hoeveel kg koolstofdioxide ontstaat bij de verbranding
van 280 g koolstofmono-oxide. Geef het antwoord in het juiste aantal significante cijfers. 

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 1 - Feedback
  • Luister eerst naar de klassikale feedback die je krijgt.
  • Gebruik de klassikale feedback en 'speur' in jouw uitwerking om verbeteringen aan te brengen waar nodig.

  • Noteer met een andere kleur in eigen woorden waar je bij volgende opgave nog op moet letten! 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1 - Uitwerking
  • Bekijk de uitwerking op de volgende slide.
  • Noteer met een andere kleur in eigen woorden waar je bij volgende opgave nog op moet letten! 
  • Verbeter je opgave.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
  • Maak de opgave ALLEEN, geen overleg.
     Let op de feedback uit je vorige opgave.
    Je mag het stappenplan en rekenschema gebruiken.

  • Noteer je uitwerking op je blad/schrift/etc.

  • Noteer alleen het antwoord in de LessonUp vraag.

 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


Wanneer acetyleen (C2H2) reageert met waterstofchloride ontstaat vinylchloride (C2H3Cl). De vergelijking van deze reactie is als volgt: C2H2 + HCl -->  C2H3Cl

Bereken hoeveel kg acetyleen nodig is om 96 kg vinylchloride te laten ontstaan.
Geef het antwoord in het juiste aantal significante cijfers. 

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 2 - Feedback
  • Maak 3-tallen
  • Bekijk en vergelijk elkaars opgaves en bespreek deze.
  • Geef zelf in een andere kleur aan bij welke stap nog verbetering aangebracht kan worden, nadat je ze hebt besproken en vergeleken. 
  • Verbeter zelf de opgave met de verkregen feedback.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2 - Uitwerking
  • Bekijk de uitwerking op de volgende slide.
  • Noteer met een andere kleur in eigen woorden waar je bij volgende opgave nog op moet letten! 
  • Verbeter je opgave.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3
  • Maak de opgave ALLEEN, geen overleg
    Let op de feedback uit je vorige opgave.
    Je mag alleen het rekenschema gebruiken.

  • Noteer je uitwerking op je blad/schrift/etc.

  • Noteer alleen het antwoord in de LessonUp vraag.
 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


Je ziet de reactievergelijking van de volledige verbranding van dieselolie;
2 C14H30 + 43 O2  -->  28 CO2 + 30 H2O
Bereken hoeveel kg koolstofdioxide ontstaat bij de volledige verbranding van 150 L dieselolie. Dieselolie heeft een dichtheid van 0,790 kg/L. 
Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers. 

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 3 - Feedback
  • Geef jouw gemaakte opgave aan de persoon links van je.
  • Kijk de opgave na en geef in een andere kleur aan bij welke stap nog verbetering aangebracht kan worden.
  • Geef de nagekeken opgave weer terug.
  • Verbeter zelf de opgave met de verkregen feedback.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3 - Uitwerking
  • Bekijk de uitwerking op de volgende slide.
  • Noteer met een andere kleur in eigen woorden waar je bij volgende opgave nog op moet letten! 
  • Verbeter je opgave.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4
  • Maak de opgave ALLEEN, geen overleg
    Let op de feedback van de vorige opgaven
    Je mag geen rekenschema of stappenplan gebruiken.

  • Noteer je uitwerking op je blad/schrift/etc.

  • Noteer alleen het antwoord in de LessonUp vraag.
 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions


In de ruimtesonde Galileo zijn de vloeistoffen C2H8N2 en N2O4 aanwezig voor gebruik in de stuurraketjes.
Als deze twee stoffen met elkaar reageren ontstaan koolstofdioxide, water en stikstof. Bij de lancering had de ruimtesonde Galileo 1,80·105 gram C2H8N2 aan boord.
Bereken het aantal liter N2O4 dat minimaal nodig is om 1,80·105 gram C2H8N2 te laten reageren.
Gebruik voor de dichtheid van N2O4  1,44·103 kg/m3. Geef het antwoord in het juiste aantal significante cijfers. 

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 4 - Feedback
  • Controleer je eigen opgave nog eens kritisch (denk daarbij aan het stappenplan, rekenschema en de aandachtspunten die vanuit alle feedback).
  • Noteer onder je antwoord in een andere kleur welke feedbackvraag (max 2) je nog hebt voor mij.
  • Verbeter de volgende les naar aanleiding  van de feedback zo nodig nog de vraag. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 5 - Eindopdracht
  • Maak de opgave ALLEEN, geen overleg
    Let op de feedback van de vorige opgaven
    Je mag geen rekenschema of stappenplan gebruiken.

  • Noteer je uitwerking op het blad wat je krijgt van de docent. Je wordt voor deze opdracht beoordeeld zoals op de toets!
 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions


Hydrazine heeft de molecuulformule N2H4. Hydrazine kan gebruikt worden als brandstof voor in een hobbyraket. Hydrazine wordt gemaakt uit ammoniak (NH3) en waterstofperoxide (H2O2). Bij deze reactie ontstaat ook water. 
Bereken het volume aan hydrazine dat ontstaat wanneer 40 L  ammoniak volledig reageert.  
- Gebruik voor de dichtheid van hydrazine 1,01·103 kg/m3
- Geef het antwoord in het juiste aantal significante cijfers. 

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Hydrazine heeft de molecuulformule N2H4. Hydrazine kan gebruikt worden als brandstof voor in een hobbyraket. Hydrazine wordt gemaakt uit ammoniak (NH3) en waterstofperoxide (H2O2). Bij deze reactie ontstaat ook water. 
Bereken het volume aan hydrazine dat ontstaat wanneer 40 L ammoniak volledig reageert.  
- Gebruik voor de dichtheid van hydrazine 1,01·103 kg/m3. 
- Geef het antwoord in het juiste aantal significante cijfers. 
Hydrazine heeft de molecuulformule N2H4. Hydrazine kan gebruikt worden als brandstof voor in een hobbyraket.  Hydrazine wordt gemaakt door ammoniak en waterstofperoxide met elkaar te laten reageren. Bij deze reactie ontstaat ook water. 

Bereken het volume aan hydrazine dat ontstaat wanneer 4,00 L ammoniak volledig reageert.  
  • Gebruik BINAS tabel 66 A.
  • Gebruik voor de dichtheid van hydrazine 1,01·103 kg/m3
  • Geef het antwoord in het juiste aantal significante cijfers. 


Voor deze opdracht krijg je maximaal 7 minuten de tijd. 
timer
7:00
Hobbyraket

Slide 33 - Slide

This item has no instructions