File 4 - 24/25/26/27 bezit

Post it Like it File 4
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Post it Like it File 4

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
Je herkent de genetive/bezit
Je leert hoe je een bezit/genetive aangeeft in het Engels.
Je oefent met het aangeven van bezit in een Engelse zin en je kunt een correcte zin maken. 

Slide 3 - Slide

This lesson
1. Repeat
to be/ to have
herhalen
2. Explanation
bezit
oefenen
3. Practice
26/27
24. Make
24 t/m 27
homework

Slide 4 - Slide

Practice to be and to have
                Teams: Quizlet.
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Hoe geef je een bezit aan?
Dit kan door de volgende woorden te gebruiken:
My = mijn
Your= jouw
His/her/its= zijn/haar/zijn
Our= ons
Your= jullie
Their = Hun

Slide 7 - Slide

GENETIVE
Bezit

Slide 8 - Slide

Bezit - Genetive
Peter's rabbit
My friend's bike
My parents' car
The door of the room

Slide 9 - Slide

Bezit
  • Wanneer je een bezit van iemand aangeeft dan doe je dit altijd met 's
  • WEET JE NOG? MEERVOUD nooit 's - Eindigt een woord op een s, dan hoef je alleen een ' te gebruiken.

  • Namen = geen meervoud, dus gebruik je 's  ook wanneer het eindigt met een s..                     SOME EXAMPLES 

Slide 10 - Slide

Bezit - examples: 
  • Enkelvoud (1 persoon/dier) altijd  's.
    My brother's Ipad / The doctor's bag / My dog's bone
  • MEERVOUD nooit 's, maar alleen een
    My brothers' bikes are stolen.
    My parents' car is standing over there.
  • Namen = geen meervoud, dus gebruik je 's
    Sam's house / Jess's phone / Nathan's keys / Agnes's dream

Slide 11 - Slide

They found Charles ___ dog in the garage.
A
's
B
'
C
of

Slide 12 - Quiz

Possession/Genetive.
Wat is goed?
A
My parents' car.
B
My parent's car.
C
The car of my parents.

Slide 13 - Quiz

Our English teacher ____ name is Mrs. van der Wal.
A
's
B
'
C
of

Slide 14 - Quiz

's/s'/...of...?
This is the first page ... the book.
A
's
B
s'
C
...of...

Slide 15 - Quiz

Wat moet je gebruiken?
I really love our neigbours _____ cat.
A
's
B
'
C
of

Slide 16 - Quiz

That is his ____________ house
enkelvoud: 's
-s = 's of '
meervoud: 's
-s = '
A
friends
B
friend's
C
friends's
D
friends'

Slide 17 - Quiz

's of s'
de fietsen van mijn zussen
A
my sister's bicycles
B
my sister's bicycle
C
my sisters' bicycles
D
my sisters' bicycle

Slide 18 - Quiz

Make 26/27
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link