H.1-Leestekens: punt, komma, puntkomma en dubbele punt
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je hoe je punten, komma's, puntkomma's en dubbele punten correct kunt gebruiken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 13 slides, with text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je hoe je punten, komma's, puntkomma's en dubbele punten correct kunt gebruiken
Slide 1 - Slide
Je gebruikt leestekens om een tekst beter leesbaar te maken.
• Na een zelfstandige, mededelende zin komt een punt:
– Santosz spaart voor een nieuwe vishengel.
De komma in de volgende zin is dus fout (er moet een punt staan):
– Gisela gaat morgen naar Amsterdam, ze wil met de bus gaan.
Slide 2 - Slide
Wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe (langere) zin, gebruik je een komma. Die komma staat dan
• tussen twee persoonsvormen:
– Als jij opschiet, kunnen we de trein nog halen.
Slide 3 - Slide
• voor verbindingswoorden zoals maar, nadat, omdat, terwijl, want:
– Dieter is gek op pizza, maar hij eet die zelden.
• voor een deel van de zin dat geen zelfstandige zin is:
– We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde.
Slide 4 - Slide
Zet (in het algemeen) geen komma voor en en of.
• Als twee zelfstandige zinnen sterk met elkaar samenhangen, kun je een puntkomma gebruiken, maar een punt mag ook:
– Stef wil later chirurg worden; zijn vader werkt ook in het ziekenhuis.
– Stef wil later chirurg worden. Zijn vader werkt ook in het ziekenhuis.
Slide 5 - Slide
Als twee zelfstandige zinnen met elkaar samenhangen, vormt de tweede zin soms een verklaring of reden bij de eerste zin. In dat geval verbind je de zinnen met een dubbele punt:
– Mijn verjaardag was erg geslaagd: al mijn vriendinnen waren aanwezig.
Je kunt zo’n dubbele punt vervangen door een komma + want:
– Mijn verjaardag was erg geslaagd, want al mijn vriendinnen waren aanwezig.
Slide 6 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 7 - Link
Aan de slag
Slide 8 - Slide
Maken
Hfdst.1 Spelling
Blz. 34-35
startopdr. + opdr. 1 t/m 4
Slide 9 - Slide
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................