25 oktober - spelling

Welkom!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Planning
- Voorlezen - verwerkingsopdrachten
- Boek kiezen - uit na de kerstvakantie
- Project over (werk-)geluk

Slide 2 - Slide

Doel project
In deze periode staan drie vaardigheden centraal:  schrijven (van een zakelijke e-mail), spreken en luisteren en spelling (interpunctie). Aan het einde van deze periode weet je hoe je een zakelijke tekst schrijft, hoe je een interview afneemt en hoe je een interview uitwerkt. 

Slide 3 - Slide

Deelopdrachten 
Je krijgt een cijfer voor de e-mail en voor het vraaggesprek. Ook de reflectie op wat je hebt gedaan telt mee. In de toetsweek heb je geen toets Nederlands.

Je moet verschillende opdrachten tussentijds inleveren via Moodle. Deze moeten naar behoren worden gemaakt, wil je een cijfer krijgen

Slide 4 - Slide

Vandaag: H1 contact - Leestekens

Slide 5 - Slide

Wachtwoorden
wachtwoorden zijn vaak een bron van ergernis want je moet inmiddels zoveel wachtwoorden onthouden ze moeten vaak ook nog voldoen aan een aantal eisen ze moeten bijvoorbeeld minimaal acht letters twee hoofdletters en een leesteken bevatten natuurlijk bewaar je je wachtwoorden zorgvuldig toch moet je na enkele maanden soms opeens weer een nieuwe code instellen

Slide 6 - Slide

Wachtwoorden zijn vaak een bron van ergernis, want je moet inmiddels zo veel wachtwoorden onthouden. Ze moeten vaak ook nog voldoen aan een aantal eisen. Ze moeten bijvoorbeeld minimaal acht letters, twee hoofdletters en een leesteken bevatten. Natuurlijk bewaar je je wachtwoorden zorgvuldig. Toch moet je na enkele maanden soms opeens weer een nieuwe code instellen.

Slide 7 - Slide

Verschillen in betekenis

- Katten, spinnen, ijsberen, vissen, gieren, vliegen en honden slapen


- Katten spinnen, ijsberen vissen, gieren vliegen en honden slapen

Waardoor komt het verschil in betekenis?

Slide 8 - Slide

Wat moet je kennen?
Leestekens:
- Punt
- Komma
- Puntkomma
- Dubbele punt

Slide 9 - Slide

Punt
- Na een mededelende zin:

Santosz spaart voor een nieuwe vishengel.

Slide 10 - Slide

Komma
Twee zinnen samenvoegen:
- Tussen twee persoonsvormen
- Verbindingswoorden
- voor een deel van de zin dat geen zelfstandige zin is
- Géén komma voor en of of

Als jij opschiet, kunnen we de trein nog halen.

Slide 11 - Slide

Puntkomma
- Als je twee zelfstandige zinnen met elkaar wil samenvoegen (puntkomma of punt)

Stef wil later chirurg worden; zijn vader werkt ook in het ziekenhuis.
Stef wil later chirurg worden. Zijn vader werkt ook in het ziekenhuis.

Slide 12 - Slide

Dubbele punt
- Uitleg, uitweiding, opsomming

Mijn verjaardag was erg geslaagd: al mijn vriendinnen waren aanwezig.

Slide 13 - Slide

Dubbele punt
- Je kunt zo’n dubbele punt vervangen door een komma + want:

 Mijn verjaardag was erg geslaagd, want al mijn vriendinnen waren aanwezig.

Slide 14 - Slide

Maken opdracht 1 t/m 4 H1 - Leestekens

Slide 15 - Slide