H2 en H8 Meetkunde - 4 Vergroten

Vergroten
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vergroten

Slide 1 - Slide

Planning
  • Huiswerkcheck
  • Terugblik vorige week
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Leerdoelcheck
  • Afsluiten
    Toets: 19 juni

Slide 2 - Slide

Huiswerkcheck
- §8.1: 3, 4, 5, 8, 11, 12, 14, 18, 19, 22, 26, 27 + nakijken

Slide 3 - Slide

(Terugblik)
Hoe heet deze figuur?
Bereken de inhoud.

Slide 4 - Open question

Leerdoelen
De vergrotingsfactor berekenen en gebruiken.

... ook bij oppervlaktes

... ook bij inhoud

Slide 5 - Slide

320 cm² = ... m²
A
32000 m²
B
3,2 m²
C
3200000 m²
D
0,032 m²

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

12 km³ = ... dm³
A
12000000000000 dm³
B
0,000000000012 dm³
C
120000 dm³
D
0,0012

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Hoeveel keer groter is de breedte van de tweede driehoek?

Slide 10 - Open question

McDonald's heeft stickers laten printen waarbij de gele M 23cm breed is. In het echt is de gele M 1,80m breed. Hoeveel keer groter is de gele M in het echt?
(= de vergrotingsfactor)

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Een postzegel heeft een oppervlakte van 4,2cm². In een catalogus wordt de zegel vergroot afgebeeld. De Vergrotingsfactor is 2,5. Bereken de oppervlakte van de postzegel in de catalogus in cm².

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Van een foto van 15 bij 10 cm wordt een vergroting gemaakt. Wat is de oppervlakte van deze foto?

De foto wordt vergroot. Nu is de oppervlakte 600cm². Wat is de vergrotingsfactor k?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Kopje II in de figuur hiernaast is een verkleining van kopje I. Kopje I is 5,5 cm hoog en heeft een inhoud van 110 mL. Kopje II is 2,8 cm hoog. Bereken de inhoud van kopje II in mL. Rond af op gehelen.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
  • Wat?
    - opg. 33, 35, 37, 39, 43, 44, 45, 50, 52, 53, 58, 60, 63, 68, 69 + nakijken
  • Hoe?
    - Zelfstandig, in je schrift
  • Vragen?
    - Aantekeningen/boek doorlezen, fluisterend overleggen met je groepje, vinger opsteken
  • Klaar? 
    - Extra uitdaging/ leren voor de toets/ keuzemodules

Slide 22 - Slide

(Leerdoelcheck)
Waar moet je héél goed op letten bij vergrotingen?

Slide 23 - Open question

Afsluiten
  • Huiswerk:
    - opg. 33, 35, 37, 39, 43, 44, 45, 50, 52, 53, 58, 60, 63, 68, 69 + nakijken 

  • Toets: week van 19 juni

Slide 24 - Slide