This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Bs. 2 Genenparen
Slide 1 - Slide
Deze les
Terugblik Bs. 1
Leerdoelen Bs. 2 Genenparen
Stukje theorie Bs. 2 Genenparen
Tumtums opdracht
Slide 2 - Slide
Wat is het fenotype van een organisme en waardoor wordt het bepaald?
Slide 3 - Open question
Hoeveel paar homologe chromosomen hebben mannen in een lichaamscel? Leg uit.
Slide 4 - Open question
De levenscyclus van een insect bestaat meestal ui de fasen ei, larve, pop en volwassen insect. Verandert het genotype van een individu door de metamorfose van larve naar volwassen insect?
Slide 5 - Open question
Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe dominante en recessieve allelen in het fenotype van een organisme tot uiting kunnen komen
Je kunt toelichten hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.
Slide 6 - Slide
Homologe chromosomen
Bevatten allelen voor dezelfde erfelijke eigenschappen
Liggen op dezelfde plek op de chromosomen
Plek van elke gen is bekend
Slide 7 - Slide
Homologe chromosomen
Bevatten allelen voor dezelfde erfelijke eigenschappen
Liggen op dezelfde plek op de chromosomen
Plek van elke gen is bekend
Slide 8 - Slide
Homozygoot
Op de homologe chromosomen liggen dezelfde allelen voor een gen
(homo = gelijk)
Slide 9 - Slide
Heterozygoot
Op de homologe chromosomen liggen verschillende allelen voor een gen
(hetero = ongelijk)
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Allelen
Dominante allel - komt altijd tot uiting in het fenotype
Recessieve allel - komt alleen tot uiting als er geen dominant allel is
Slide 12 - Slide
Onvolledig dominant
Bij het heterozygote gen komen beide allelen een beetje tot uiting
Slide 13 - Slide
Intermediair
Intermediair fenotype
Beide allelen onvolledig dominant
- komen een beetje tot uiting
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Genen noteren
Dominant allel met Hoofdletter
Recessief allel met kleine letter
Bij codominantie of intermediair
--> die plaatje hiernaast
Slide 16 - Slide
Zelf aan de slag
Huiswerk
Thema 3
Bs. 2
Opdracht 16
TumTums!
Slide 17 - Slide
Genen paren deel 2
Terugblik opdracht 16 bespreken
Leerdoelen
Theorie
Zelf aan de slag
Slide 18 - Slide
Opdracht 16
a) Dwayne, Atiba, Hugo
b) Allel gebogen pink, Florence is heterozygoot voor die eigenschap en heeft een gebogen pink
Slide 19 - Slide
Opdracht 16
c) Dominant, ze is heterozygoot voor de eigenschap (genotype) en je ziet op de foto een kuiltje in haar wang
d) Dwayne: Kuiltje + rechte pink QQ rr
Atiba: rechte pink qq rr
Florence: Kuiltje Qq Rr
Hugo: Kuiltje QQ RR
Slide 20 - Slide
Leerdoelen
Je kunt toelichten hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan
Slide 21 - Slide
Recombinatie
Hervedelen van erfelijke eigenschappen
Bij geslachtelijke voortplanting
Slide 22 - Slide
Recombinatie
Geslachtscellen ontstaan door meiose
Chromosomenpaar gaat uit elkaar en wordt willekeurig verdeeld
Slide 23 - Slide
Haplotype
Haploïde genotype
De unieke combinatie alllelen op een chromosoom
Een groep allelen die een organisme samen van één ouder overerft
Slide 24 - Slide
Bij 23 chromosomenparen zijn er 2^23 = 8.388.608 combinaties mogelijk
in geslachtscellen
Toeval
Slide 25 - Slide
Genetische variatie
Slide 26 - Slide
Genetische variatie
Mutaties
- veranderingen in het DNA
Slide 27 - Slide
Genetische variatie
Vergroot overlevingskans van een soort
bij bijv. verandering in milieuomstandigheden
Slide 28 - Slide
Tweelingen
Eeneiige tweeling
- 1 eicel en 1 zaadcel
Tijdens klievingsdelingen splits het klompje cellen in 2en