adverbs of frequency

The Present Simple
Present Simple
again......
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

The Present Simple
Present Simple
again......

Slide 1 - Slide

adverbs of frequency

Slide 2 - Slide

present simple

Slide 3 - Slide

Present simple

Slide 4 - Slide

Present simple

Slide 5 - Slide

Present Simple
Welke zin staat niet in de Present Simple?
A
Dogs wag their tail when they are excited.
B
Sarah usually runs to school.
C
Cats tend to scratch things.
D
Jeffrey has been cycling for hours.

Slide 6 - Quiz

Present Simple
A
Lucy lives in London.
B
Lucy lived in London.
C
Lucy is Living in London.
D
Lucy has lived in London.

Slide 7 - Quiz


Present Simple
A
Habits
B
Facts
C
Things that happen on a regular basis
D
All answers are correct

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

 Bijwoorden van frequentie
 Deze bijwoorden geven aan hoe vaak/weinig iets gebeurt/gebruikt wordt, bijvoorbeeld always, sometimes, never. Een zin met een bijwoord van frequentie erin ziet er dan zo uit:
a. We never play soccer on the street.
b. They sometimes use the television.
c. She is always late at school.

Je ziet dat het bijwoord van tijd altijd vóór het werkwoord in de zin komt te staan (zin a & b), behalve bij het werkwoord 'to be' (zin c), dan komt het bijwoord van tijd áchter het werkwoord te staan!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link