grammatica - blok 2 - les 2.4 + 2.5

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Grammatica- les 2.4 + 2.5

Slide 2 - Slide

Doel van de les
  • Ik kan een werkwoord vinden in een tekst
  • Ik weet het verschil tussen TT en VT
  • Ik weet wat de persoonsvorm is 
  • Ik weet dat er verschillende werkwoorden kunnen zijn in een zin

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

TT: Tegenwoordige tijd
NU

Slide 5 - Slide

T
VT : Verleden Tijd
TOEN

Slide 6 - Slide

Tekst

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

tijdproef

Slide 9 - Slide

De kinderen lopen samen naar school toe.
A
TT
B
VT

Slide 10 - Quiz

De kat gleed van het dak
A
TT
B
VT

Slide 11 - Quiz

vraagproef
getalproef

Slide 12 - Slide

persoonsvorm
Joop heeft gisteren voetbaltraining gehad. 

Slide 13 - Slide

persoonsvorm
Joop heeft gisteren voetbaltraining gehad. 
Heeft Joop gisteren voetbaltraining gehad? 

Slide 14 - Slide

persoonsvorm = heeft
Joop heeft gisteren voetbaltraining gehad. 
Heeft Joop gisteren voetbaltraining gehad? 

Slide 15 - Slide

persoonsvorm = heeft
Joop / heeft / gisteren / voetbaltraining / gehad

gehad = voltooid deelwoord

Slide 16 - Slide

persoonsvorm = heeft
Joop / heeft / gisteren / voetbaltraining  /gehad

wwg = heeft gehad

Slide 17 - Slide

Werkwoordsvormen:
  • persoonsvorm
  • hele werkwoord
  • voltooid deelwoord 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Het regent de hele dag.
Wat is de persoonvorm?
A
dag
B
regent
C
het
D
hele

Slide 20 - Quiz

De vrachtwagen reed met een snelheid van 100 km per uur.
Wat is de persoonsvorm
A
vrachtwagen
B
reed
C
snelheid
D
uur

Slide 21 - Quiz

Wat is het hele werkwoord?
A
Liep
B
Liepen
C
Loop
D
Lopen

Slide 22 - Quiz

Wat is het hele werkwoord?
A
Ken
B
Geven
C
Informeerden
D
Werden

Slide 23 - Quiz

Maken Grammatica - blok 2 - 
les 2.4 en 2.5 t/m opd. 18
timer
10:00
Klaar?

  • maak les 2.3 af!
  • ander huiswerk

Slide 24 - Slide

Afsluiting
  • Doelen herhalen
  • Huiswerk: les 2.4 en 2.5 afmaken + les 2.3
  • Volgende les: les 3.5 werkwoordelijk gezegde 

Slide 25 - Slide