LJ1- 2.5 Werkwoordsvormen / LJ2 2.6 Zinsontleding

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ1 2.5  - LJ2 2.6
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: LJ1 2.5  - LJ2 2.6
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
 LJ1: Pak je boek van Nederlands op tafel en laat deze nog even dicht.
 
LJ2: Ga even in stilte lezen. 

Huiswerk controle 

Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Denkvermogen:
- Weeg oplossingen tegen elkaar af
- Kies beargumenteerd een oplossing

Samenwerkend leren:
- Kan het groepsbelang voor het eigen belang stellen
- Vervult verschillende rollen

Slide 3 - Slide

3. lesdoel LJ1
Aan het eind van deze les:
- weet je dat een werkwoord verschillend vormen kan hebben. 

Slide 4 - Slide

Noem de drie vormen die een werkwoord kan hebben.

Slide 5 - Open question

Wie maakt wat:
Had je alle 3 de antwoorden goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdrachten 16 t/m 20 op blz 74 t/m 76.

Had je 1/2 antwoorden goed: dan luister je mee naar de basisinstructie. Daarna kan je zelfstandig aan het werk.

Had je 0 vraag goed: dan doe je mee met de basisinstructie en maken we daarna nog een aantal opgaven samen.

Slide 6 - Slide

Tekst

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

persoonsvorm
Joop heeft gisteren voetbaltraining gehad. 

Maak de zin vragend.

Slide 9 - Slide

persoonsvorm
Joop heeft gisteren voetbaltraining gehad. 
Heeft Joop gisteren voetbaltraining gehad? 

Slide 10 - Slide

persoonsvorm = heeft
Joop heeft gisteren voetbaltraining gehad. 
Heeft Joop gisteren voetbaltraining gehad? 

Slide 11 - Slide

persoonsvorm = heeft
Joop / heeft / gisteren / voetbaltraining / gehad

gehad = voltooid deelwoord

Slide 12 - Slide

persoonsvorm = heeft
Joop / heeft / gisteren / voetbaltraining  /gehad

wwg = heeft gehad

Slide 13 - Slide

Tijdproef                        blz 75

Slide 14 - Slide

Werkwoordsvormen:
  • persoonsvorm
  • hele werkwoord
  • voltooid deelwoord 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

5. Begeleid inoefenen LJ1
Indien je geen antwoord goed had bij de mini-check, dan maken we opdracht 16, 17 en 18 samen. 

Slide 17 - Slide

6. Zelfstandig werken LJ1
Je maakt zelfstandig opdracht 16 t/m 20 op blz 74 t/m 76.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 18 - Slide

1. Lesopening LJ2
Pak je boek en je schrift van Nederlands. Laat alles nog even dicht op tafel liggen. 


Slide 19 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Denkvermogen:
- Weeg oplossingen tegen elkaar af
- Kies beargumenteerd een oplossing

Samenwerkend leren:
- Kan het groepsbelang voor het eigen belang stellen
- Vervult verschillende rollen

Slide 20 - Slide

3. Lesdoel LJ2
Aan het eind van deze les:
- weet je dat het werkwoordelijk gezegde uit alle werkwoorden
   van een zin bestaat;
- weet je dat als er 'te' voor het hele werkwoord staat, het bij het
   werkwoordelijk gezegde hoort:
   pv + te + hele ww = werkwoordelijk gezegde

Slide 21 - Slide

Wat is het onderwerp?

Volgende week heeft Jaimie een boekbespreking.
A
Volgende week
B
Jaimie
C
heeft
D
een boekbespreking

Slide 22 - Quiz

Alle werkwoorden in de zin noem je samen:
A
het onderwerp
B
het naamwoordelijk gezegde
C
het werkwoordelijk gezegde
D
de persoonsvorm

Slide 23 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
'Joris heeft gisteren zijn examen gemaakt.'

A
heeft
B
heeft gemaakt
C
gemaakt
D
Er is geen werkwoordelijk gezegde

Slide 24 - Quiz

Wie maakt wat:
Had je alle 3 de antwoorden goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 5 op blz 75.

Had je 1/2 antwoorden goed: dan luister je mee naar de basisinstructie. Daarna kan je zelfstandig aan het werk.

Had je 0 vraag goed: dan doe je mee met de basisinstructie en maken we daarna nog een aantal opgaven samen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

werkwoordelijk gezegde met 'te'
Evie zit steeds .... kletsen.
Ik lag vanmorgen nog zo heerlijk ... dromen
Ik probeerde mijn fiets zelf ... repareren.
Je kunt TE niet weglaten. TE hoort dan bij het werkwoordelijk gezegde.

Slide 27 - Slide

Wat is het WWG?

De hond ligt in zijn mand te slapen.

Slide 28 - Open question

Wat is het ond.?

De hond ligt in zijn mand te slapen.

Slide 29 - Open question

5. Begeleid inoefenen LJ2
Had je geen enkele vraag goed van de mini-check, dan maken we van opdracht 5 de eerste 5 zinnen samen. 

Slide 30 - Slide

6. Zelfstandig werken LJ2
Je maakt zelfstandig opdracht 5 op blz. 75



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je je boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 31 - Slide

Evaluatie LJ1
Hoe ging de les? 
Heb je nog ergens vragen over?


Huiswerk:                                                  
Woensdag 10 november                          Maandag 15 november          2.5 opdr 16 t/m 20                                       SO gramm. + spelling H2           

Slide 32 - Slide

Noem de drie vormen die een werkwoord kan hebben.

Slide 33 - Open question

Evaluatie LJ2
Hoe ging de les? 
Heb je nog ergens vragen over?


Huiswerk:                                                  
Woensdag 10 november                           Maandag 15 november          2.6 opdracht 5                                               SO gramm. + spelling H2                                         

Slide 34 - Slide

Wat is het WWG?

Hij vergeet zijn huiswerk te maken.

Slide 35 - Open question

Wat is het ond.?

Hij vergeet zijn huiswerk te maken.

Slide 36 - Open question