oefenopdrachten

hefbomen 1.4
hoofdstuk 1 krachten
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

hefbomen 1.4
hoofdstuk 1 krachten

Slide 1 - Slide

Herhaling
Berekenen van de zwaartekracht (of normaalkracht of gewicht)

Berekenen van de veerconstante



Let op: F is een kracht met de eenheid Newton. De m is de massa in kilogrammen. 

Fz=m10
C=uF

Slide 2 - Slide

Doelen van deze les.
  • Kunnen maken van een volledige berekening

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen en wat heb je nodig

We gaan samen een paar vragen oplossen.




Je hebt nodig 
  • je schrift, 
  • een pen, 
  • een potlood 
  • een geodriehoek, 
  • een rekenmachine 

Slide 4 - Slide

Tekenen van de zwaartekracht
Teken in je schrift een blokje.
Het blokje ondervindt een zwaartekracht van 20 N

Teken de zwaartekracht met een krachtenschaal van 1 cm = 5 N

Slide 5 - Slide

Waar begint de pijl?

Slide 6 - Mind map

Hoe lang is de pijl?

Slide 7 - Mind map

Wat is de richting van de pijl

Slide 8 - Mind map

Als het blokje op tafel staat is er een kracht die vanaf de tafel op het blokje wordt uitgeoefend. Hoe noem je deze kracht?

Slide 9 - Mind map

Bereken de zwaartekracht
De bowlingbal heeft een massa van 2,2 kg.

Noteer de formule waarmee je de zwaartekracht uitrekent.

Slide 10 - Slide

Welke formule gebruik je om de zwaartekracht uit te rekenen
A
C = u : F
B
F = m * 10
C
F1 * r1 = F2 * r2
D
F = A * C

Slide 11 - Quiz

Noteer de zwaartekracht die je berekend hebt

Slide 12 - Mind map

Bereken de veerconstante
Bekijk de tekening goed. Beantwoord de vragen in je schrift.

Noteer in je schrift wat de beginlengte van de veer is.

Noteer in je schrift wat de eindlengte van de veer is als er 50 g aan gehangen wordt.

Bereken de uitrekking

Slide 13 - Slide

Bereken de veerconstante
Bekijk de tekening goed. Beantwoord de vragen en noteer je antwoorden in je schrift

Hoeveel kilogram is 50 gram?

Schrijf de formule op waarmee je het gewicht van het blokje kunt berekenen. 

Bereken het gewicht van 50 gram.

Slide 14 - Slide

Bereken de veerconstante
Bekijk de tekening goed. Beantwoord de vragen en noteer je antwoorden in je schrift

Noteer de formule om de veerconstante uit te rekenen.

Bereken de veerconstante

Slide 15 - Slide

Noteer de beginlengte van de veer

Slide 16 - Mind map

Noteer de eindlengte van de veer als er een massa van 50 g aan hangt

Slide 17 - Mind map

Noteer de uitrekking van de veer

Slide 18 - Mind map

Welke formule gebruik je om het gewicht uit te rekenen?
A
C = u : F
B
F = m * g
C
F1 * r1 = F2 * r2
D
F = A * C

Slide 19 - Quiz

Hoeveel kg is 50 g?

Slide 20 - Mind map

Noteer het gewicht van het massablokje van 50 g

Slide 21 - Mind map

Welke formule gebruik je om de veerconstante uit te rekenen
A
C = u : F
B
F = m * g
C
F1 * r1 = F2 * r2
D
F = A * C

Slide 22 - Quiz

Noteer de grootte van de veerconstante

Slide 23 - Mind map

Bereken het gewicht van de steen
Bekijk de tekening goed. Beantwoord de vragen en noteer je antwoorden in je schrift

Noteer de uitrekking die de steen heeft veroorzaakt.
Noteer hoeveel de veerconstante van de veer was

Bereken het gewicht van de steen 

Slide 24 - Slide

Noteer de uitrekking die de steen heeft veroorzaakt

Slide 25 - Mind map

Noteer de veerconstante van de veer

Slide 26 - Mind map

Noteer het gewicht van de steen

Slide 27 - Mind map

Doelen van deze les.
  • Kunnen maken van een volledige berekening

Slide 28 - Slide

Welke dingen vind je nog lastig aan deze opdrachten?

Slide 29 - Open question