15-11-2024 Cursus 7 § 1

Welkom les Nederlands

Ga op je vaste plek zitten in het lokaal.

Pak je leesboek en dicteeschrift.
 

1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom les Nederlands

Ga op je vaste plek zitten in het lokaal.

Pak je leesboek en dicteeschrift.
 

Slide 1 - Slide

Regels in de klas
Jas in locker
Geen kauwgom of ander eten/drinken
Spullen op tafel
Telefoon in de tas en geluid uit
Oortjes in tas
Tas op de grond
Recht zitten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Planning

1. Stillezen
2. Dictee
3. Instructie
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiting

Slide 4 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Dictee!
Dictee!

Slide 6 - Slide

DICTEE DICTEE DICTEE DICTEE
* trucjes
* Indonesië
* dierenrechtenorganisaties
* politici
* vrijgelaten

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Spelling herhaling leerjaar 1
quiz met uitleg

Slide 9 - Slide

Lesdoel
Na deze les 
  • gebruik je hoofdletters correct 
  • schrijf je meervoudsvormen correct
  • schrijf je de verkleinwoorden correct
  • gebruik je de samenstellingen correct

Slide 10 - Slide

Herhalingsquiz hoofdletters
Noteer bij elke vraag het juiste antwoord

Slide 11 - Slide

Welke zin is goed?
A
Rotterdam ligt in de provincie Zuid-Holland.
B
rotterdam ligt in de provincie Zuid-holland.
C
Rotterdam ligt in de provincie Zuid-holland.
D
rotterdam ligt in de provincie Zuid-Holland.

Slide 12 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Anke zit op een Christelijke middelbare school.
B
Anke zit op een christelijke middelbare school.
C
Anke zit op een Christelijke middelbare School.
D
Anke zit op een christelijke middelbare School.

Slide 13 - Quiz

Welke spelling is juist?
A
De eerste wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918.
B
De eerste Wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918.
C
De Eerste wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918.
D
De Eerste Wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918.

Slide 14 - Quiz

Welke spelling is juist?
A
'S avonds gaat Nikki sporten.
B
'S avonds gaat nikki sporten.
C
's Avonds gaat mevrouw van Hagel sporten.
D
's Avonds gaat mevrouw Van Hagel sporten.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Herhalingsquiz meervouden
Noteer bij elke vraag het juiste antwoord

Slide 22 - Slide

Wat is het meervoud van konijn?
A
konijnen
B
konijnnen
C
konijns
D
konijnderen

Slide 23 - Quiz

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen
C
paragraaven
D
paragraafen

Slide 24 - Quiz

Wat is het meervoud van knie?
A
knies
B
knieen
C
knieën
D
kniën

Slide 25 - Quiz

Herhalingsquiz verkleinwoorden
Noteer bij elke vraag het juiste antwoord

Slide 26 - Slide

Wat is het verkleinwoord van café
A
cafétje
B
cafeetje

Slide 27 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van cd?
A
cd-rompje
B
cd-rommetje

Slide 28 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van taxi?
A
taxitje
B
taxietje

Slide 29 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van koning?
A
koningje
B
koninkje

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Herhalingsquiz samenstellingen
Noteer bij elke vraag de juiste samenstelling

Slide 34 - Slide

Samenstelling van fiets + sleutel
A
fietsensleutel
B
fietssleutel

Slide 35 - Quiz

Samenstelling van diploma+uitreiking
A
diploma-uitreiking
B
diplomauitreiking

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

Huiswerk
 Datum:
18-11-2024
Maken:
Cursus 7 Spelling
§ 1 Herhaling Leerjaar 1

Leren:
Woordenschat § 3




Slide 38 - Slide

Weekend

Slide 39 - Slide