T1C week 48

Nederlands
27 november
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
27 november

Slide 1 - Slide

Programma
- Huiswerk bespreken

- Uitleg

- Opdracht 14, 15, 16 grammatica blok 3

- Boekenpitch van Oumaima

Slide 2 - Slide

Huiswerk bekijken (5 minuten)
Pak je laptop en/of boek en schrift erbij. 

Bekijk opdracht 11 samen: wat vond je lastig?
Bekijk opdracht 13 samen: welke voorbeelden heb je gegeven?

Snap je alles wat je gemaakt hebt en heb je geen vragen meer ? Maak 14, 15, 16 van grammatica blok 3 in stilte.

Slide 3 - Slide

Opdracht 11
Stappenplan
1) persoonsvorm
2) alles voor de persoonsvorm is 1 zinsdeel
3) kijk welke delen van de zin voor de persoonsvorm kunnen om er een nieuwe zin mee te maken

Voorbeeld: Jan koopt een nieuwe laptop bij de Mediamarkt.

Slide 4 - Slide

Opdracht 13
Iemand belt Mark woensdag op.
Mark belt iemand woensdag op. 

Uit verveling zeurde Jack de hele avond. 

De leeuw at.
De leeuw verslond.

Slide 5 - Slide

Uitleg (10 minuten)
Lidwoord (lw)?

Zelfstandig naamwoord (znw)?

Eigennaam?

Bijvoeglijk naamwoord (bnw)?

Slide 6 - Slide

Opdracht (20 minuten)
Maak opdracht 14, 15, 16 van grammatica blok 3.

Dit is huiswerk voor morgen.

Slide 7 - Slide

Nederlands
28 november

Slide 8 - Slide

Programma
- BL-mededelingen

- Quiz over het huiswerk

- Uitleg voorzetsels

- Opdrachten Op Niveau

Slide 9 - Slide

BL-mededeling
Morgen is het tafeltjesavond!

Je gaat mee naar school, tenzij je echt niet kunt komen.

Waarom ga je mee? Dan kun je horen wat je heel goed doet en wat je nog kunt verbeteren :)

Slide 10 - Slide

Wat hebben we gister gedaan?
- Lidwoord

- Zelfstandig naamwoord

- Eigennaam

- Bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Slide

Redekundig & taalkundig
Bij grammatica ontleden we zinnen en benoemen we zinsdelen en woordsoorten.

Redekundig ontleden: zinsdelen benoemen.

Taalkundig ontleden: woordsoorten benoemen.

Slide 12 - Slide

Hij loopt door de [koude] wind.
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Eigennaam
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quiz

Ik doe [de] kast open.
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Eigennaam
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Quiz

We eten vanavond een [meloen] als toetje.
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Eigennaam
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quiz

We vliegen in de vakantie van [Schiphol] naar [Engeland].
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Eigennaam
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Quiz

Hij zit [op] zijn stoel.
Wat is het woord [op]?

Slide 17 - Open question

Opdracht (20 minuten)
Maak opdracht 17, 18, 19 van grammatica blok 3.

Al klaar met de opdrachten?

Maak opdracht 26 en opdracht 28 van Spelling blok 3.

Slide 18 - Slide

De spiegel hangt aan de muur.

Slide 19 - Slide

Voorbeelden
Opdracht 17: De leerlingen hebben de opdracht snel gemaakt.

Opdracht 18: De vakantiefoto's hangen aan de muur in mijn slaapkamer.

Opdracht 19: Wat moet je doen?

Slide 20 - Slide

Nederlands
29 november

Slide 21 - Slide

Programma
- Presentaties boekenpitch

- Opdracht 20 van grammatica blok 3 samen doen

- Opdrachten van gister bespreken: wat vond je nog lastig?

- Beginnen met blok 4 grammatica

Slide 22 - Slide

Opdracht (10 minuten)
Maak een zin met het volgende schema:

Lidwoord - bijvoeglijk naamwoord - zelfstandig naamwoord | bedacht | voorzetsel - zelfstandig naamwoord | lidwoord - bijvoeglijk naamwoord - zelfstandig naamwoord | voorzetsel - lidwoord - zelfstandig naamwoord.

Slide 23 - Slide

Welke zin heb je bedacht?

Slide 24 - Open question

Opdracht (20 minuten)
Maak opdracht 8 en 9 van grammatica blok 4.

Bij opdracht 8 verdeel je de werkwoorden in twee groepen: werkwoorden met en werkwoorden zonder een lijdend voorwerp. Bewijs het met voorbeelden.

Bij opdracht 9 verdeel je de zinnen in zinsdelen. Schrijf het onderwerp, het lijdend voorwerp en het werkwoordelijk gezegde op uit de zinnen.

Slide 25 - Slide

Voorbeelden
Bezoeken: Ik bezoek mijn oma elke zaterdagochtend.

Verhuizen: Ik verhuis morgen.

Op de luchthaven zullen de beveiligers alle mobiele telefoons strenger controleren. 

Slide 26 - Slide

Grammatica blok 3
Redekundig ontleden
Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp

Taalkundig ontleden
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel

Slide 27 - Slide

Toets bespreken (15 minuten)
Ik geef de antwoorden vrij. Bekijk je antwoorden in stilte

Wil je niet bespreken? Begin dan alvast met opdracht 14, 15, 16 voor jezelf. Je mag dus niet overleggen!

We bespreken klassikaal de meest gemaakte fouten.
Ik kom daarna langs om individuele vragen te beantwoorden.


Slide 28 - Slide