E&O Commercieel - Producten - Samenvatting

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3,4

Hoofdstuk 3: Producten

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kunt u het concept van breedte, diepte, hoogte, consistentie en lengte van een assortiment uitleggen.
• Aan het einde van de les kunt u de verschillende soorten goederen en productbegrippen definiëren.
• Aan het einde van de les kunt u het belang van kern- en randassortiment in een winkel begrijpen.
• Aan het einde van de les kunt u verschillende typen merken herkennen en definiëren.

Wat weet je al over het aanbod van een retailer?

Inleiding tot producten en diensten

• Assortiment: het geheel aan producten dat een winkel verkoopt.
• Productgroep: Een verzameling van soortgelijke producten.

Assortiment en factoren

• Assortimentkeuze is afhankelijk van verschillende factoren.
• Breedte, diepte, hoogte, consistentie en lengte zijn belangrijke aspecten van een assortiment.

Assortimentsbegrippen

• Kernassortiment: bestaat uit de belangrijkste productgroepen in de winkel.
• Randassortiment: zijn minder belangrijke productgroepen, het is een aanvulling op het kernassortiment.

Soorten goederen

• Er zijn verschillende soorten goederen zoals consumptiegoederen, duurzame goederen, enzovoort.

Kern- en randassortiment

• Het kernassortiment bestaat uit de belangrijkste productgroepen in de winkel.
• Het randassortiment zijn minder belangrijke productgroepen, die een aanvulling vormen op het kernassortiment.

Productbegrippen

• Merk: een bepaald woord, afbeelding, geluid of kleur waarvoor geldt dat er iemand (de merkhouder) is, die het als enige mag gebruiken.
• Fabrieksmerk: Merk waaronder veel producten worden uitgebracht. Vaak de naam van de producent.
• Huismerk: Grote bedrijven kiezen vaak voor het aanbieden van producten onder hun eigen merk.

Merken en hun indelingen

• Merken kunnen worden ingedeeld op basis van verschillende criteria.

Definitielijst

• Assortiment: het geheel aan producten dat een winkel verkoopt.
• Productgroep: Een verzameling van soortgelijke producten.
• Kernassortiment: bestaat uit de belangrijkste productgroepen in de winkel.
• Randassortiment: zijn minder belangrijke productgroepen, het is een aanvulling op het kernassortiment.
• Merk: een bepaald woord, afbeelding, geluid of kleur waarvoor geldt dat er iemand (de merkhouder) is, die het als enige mag gebruiken.
• Fabrieksmerk: Merk waaronder veel producten worden uitgebracht. Vaak de naam van de producent.
• Huismerk: Grote bedrijven kiezen vaak voor het aanbieden van producten onder hun eigen merk.

Wat is het belang van het randassortiment in een winkel?

1. Het bepaalt de prijs van producten in de winkel
2. Het vormt een aanvulling op het kernassortiment
3. Het zorgt voor een beperkte keuze voor klanten
4. Het zijn de belangrijkste productgroepen in de winkel

Wat is een fabrieksmerk?

1. Merk dat eigendom is van de overheid
2. Merk dat alleen online verkrijgbaar is
3. Merk waaronder veel producten van een fabriek worden uitgebracht
4. Merk dat alleen in winkels wordt verkocht

Wat is een huismerk?

1. Producten zonder een merk
2. Producten onder eigen merk van grote bedrijven
3. Merk dat door meerdere bedrijven wordt gebruikt
4. Producten die alleen online worden verkocht

Wat is het kernassortiment?

1. Producten die niet vaak worden verkocht
2. Belangrijkste productgroepen in de winkel
3. Minder belangrijke productgroepen in de winkel
4. Productgroepen die alleen online worden aangeboden

Wat zijn de belangrijke aspecten van een assortiment?

1. Breedte, diepte, consistentie en lengte
2. Breedte, diepte, hoogte, consistentie en lengte
3. Breedte, diepte, hoogte en lengte
4. Breedte, hoogte, consistentie en lengte

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.