Signaalwoorden

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet ik wat signaalwoorden zijn en kan ik deze vinden in een tekst of zin. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is een signaalwoord?

• Verbindingswoorden 

•Signaalwoorden geven het verband aan tussen,  zinnen en alinea’s.

Slide 4 - Slide

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger, hierna, , vervolgens, later, ten eerste, ten slotte,  later,  oorspronkelijk, intussen 

Slide 5 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin:
.... er verkiezingen komen, presenteren de partijen zich aan de kiezers.
A
Nadat
B
Voordat
C
Eerst
D
Want

Slide 6 - Quiz

Opsomming
en, ook, verder, daarbij, bovendien, daarnaast, een ander…, ten eerste, vervolgens, eveneens, noch… noch…, zowel… als…., niet alleen… maar ook…, tevens, voorts, ten slotte

Slide 7 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin: Eerst zijn er verkiezingen en ..... wordt er een nieuw kabinet samengesteld.
A
ook
B
daarom
C
dus
D
vervolgens

Slide 8 - Quiz

Tegenstelling
maar, echter, toch, doch, niettemin, daarentegen, juist (niet), al(hoewel), desondanks, enerzijds… anderzijds…, in tegenstelling tot, daar staat tegenover dat, terwijl (in de betekenis van hoewel)

Slide 9 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin: In Mexico is het .... Nederland het hele jaar door warm.
A
in tegenstelling tot
B
ondanks
C
evenals
D
behalve

Slide 10 - Quiz

Oorzaak – gevolg
Oorzaak:  doordat, door, de oorzaak is…, te danken/wijten aan, ten gevolge van
Gevolg: daardoor, hierdoor, waardoor, leidt tot…., zodat,
het gevolg/resultaat/effect (daarvan) is

Slide 11 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin:
De PVV heeft hele extreme standpunten, .... veel partijen niet met hen willen samenwerken.
A
omdat
B
dus
C
aangezien
D
waardoor

Slide 12 - Quiz

Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van

Slide 13 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin:
Ik heb een pakketje ontvangen ..... ik een cadeau kon geven aan mijn vriend.
A
waarmee
B
doordat
C
tenzij
D
vandaar dat

Slide 14 - Quiz


Voorbeeld/ toelichting
zo, bijvoorbeeld, zoals, namelijk, ter illustratie, stel, neem, onder andere, denk hierbij aan, dat komt voor bij, dat is het geval bij 

Slide 15 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin:
Ik hou ervan om aan het eind van de dag even te ontspannen, ........ door een boek te lezen of een wandeling te maken.
A
aangezien
B
omdat
C
want
D
zoals

Slide 16 - Quiz

reden
omdat, want, immers, namelijk, vanwege, wegens, aangezien, daarom, dus  

Slide 17 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin: Mensen stemmen alleen in een hokje, ... de privacy.
A
omdat
B
vanwege
C
want
D
immers

Slide 18 - Quiz

Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, ( niet als),
mits(= alleen als) 
 aangenomen dat
gesteld dat

Slide 19 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin:
... iemand zich niet kan legitimeren, mag hij/zij ook niet gaan stemmen.
A
Als
B
Tenzij
C
Bijvoorbeeld
D
Want

Slide 20 - Quiz

Samenvatting / conclusie
kortom, samengevat, al met al, alles bij elkaar genomen, om kort te gaan, met andere woorden

dus, vandaar, daarom, om die redenen, dan ook, kortom, al met al, concluderend, dat betekent, aldus, hieruit volgt

Slide 21 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin:
..... hoop ik dat jullie nu begrijpen wat signaalwoorden zijn.
A
Al met al
B
Vandaar dat
C
Aan het eind
D
Tenzij

Slide 22 - Quiz

Wat is een tussenkopje?
A
De titel van de tekst
B
De kernzin van een alinea
C
Het belangrijkste woord
D
Een titel boven een alinea

Slide 23 - Quiz