This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Waar ging de vorige les over?
Slide 1 - Mind map
Herhaling
Het zelfstandig naamwoord is een woord voor iets of iemand:
Een mens
Een dier
Een ding
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Lesdoel
Aan het eind van de les weet je
Wat lidwoorden zijn
Weet je het verschil tussen onbepaalde lidwoorden en bepaalde lidwoorden
Slide 5 - Slide
Wat gaan we doen?
Voorkennis
Startopdracht
Uitleg lidwoorden
Opdracht sleepvraag
Woordweb
Groepsopdracht
Opdracht uit werkboek
Quiz
Afsluiting
Slide 6 - Slide
Lidwoord
Geen lidwoord
De
Het
Een
Voor
Ik
Doen
Slide 7 - Drag question
Startopdracht:
Zoek in het lokaal 3 voorwerpen die beginnen met de en 3 met het.
Bijvoorbeeld de etui of het boek.
Schrijf deze op je wisbordje.
Slide 8 - Slide
Lidwoorden
Het lidwoord staat nooit alleen in de zin.
Het lidwoord hoort altijd bij een ander woord namelijk....
het zelfstandig naamwoord
Slide 9 - Slide
Onbepaald lidwoord
Het lidwoord EEN is een onbepaald lidwoord.
Je zegt niet precies wie of wat je met het zelfstandig naamwoord bedoelt.
Voorbeeld:
Ik heb een medicijn opgehaald bij een apotheek.
Slide 10 - Slide
Bepaald lidwoord
De lidwoorden DE en HET zijn bepaalde lidwoorden.
Je zegt precies wie of wat je met het zelfstandig naamwoord bedoelt.
Voorbeeld:
Ik heb het medicijn opgehaald bij de apotheek
Slide 11 - Slide
OPDRACHT: Sleep de woorden naar het juiste lidwoord
de
het
hond
strandbal
konijn
land
plant
kasteel
grond
trap
boek
weerbericht
stok
water
Slide 12 - Drag question
Typ een groente + lidw.
Slide 13 - Mind map
Opdracht:
Je gaat in duo's op zoek naar zoveel mogelijk zelfstandig naamwoorden.
Voor het zelfstandig naamwoord schrijf je het juiste 'bepaald lidwoord'.
Je krijgt hier met jouw groep 1 minuut voor!!
timer
1:00
Slide 14 - Slide
Opdracht uit werkboek
Pak je werkboek blz. 53
Maak opdracht 4 zelfstandig, zet een cirkel om de bepaalde lidwoorden, een rechthoek om de onbepaalde lidwoorden en een streep onder de zelfstandig naamwoorden.