6.6 Ongeslachtelijke voortplanting

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.6
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.6
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van biologie en open deze op blz.  186.



Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het einde van de les:
- kun je uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder. 
- kun je voorbeelden geven ongeslachtelijke voortplanting. 

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 6 op blz. 189 t/m 191.
Lars 

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Angelo, Daan, Philip, Vince & Justin

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Jules

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Een knol is een :
A
korte stengel
B
verdikte wortel
C
verdikte knop
D
zaadje

Slide 6 - Quiz

Een bol is een :
A
korte stengel met rokken
B
verdikte wortel met rokken
C
verdikte knop
D
een zaadje

Slide 7 - Quiz

Wat is knoflook?
A
Een vrucht
B
Een bol
C
Een bloem
D
Een knol

Slide 8 - Quiz

Bij het stekken van planten heeft de stek 50% DNA van de moeder-
en 50% DNA van de vader-plant
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 1 t/m 6 op blz 189 t/m 191.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 10 - Slide

Planten
Zaadplanten planten zich voort met behulp van stuifmeelkorrels en eicellen.

Ze kunnen zich ook voortplanten zonder dat er bevruchting plaatsvindt. 

Slide 11 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
Een voorbeeld van voortplanten zonder bevruchting = stekken

Hierbij groeit een deel van de plant uit tot een nieuwe plant. Er vindt dus geen bevruchting plaats = ongeslachtelijke voortplanting.

Slide 12 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting

Bij ongeslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouder.

Slide 13 - Slide

Knollen
Bij aardappelplanten vindt ongeslachtelijke voortplanting door knollen.

Knol is ondergronds deel van de stengel met veel reservevoedsel. Een aardappel is een knol.

Slide 14 - Slide

Knollen

Een knol heeft knoppen (ogen) waar uitlopers uit groeien. Uit één groeit een nieuwe plant. 

Deze heeft dus dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouderplant.

Aan deze plant ontstaan weer knollen. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Bollen
Bij bolgewassen vindt ongeslachtelijke voortplanting plaats door bollen.

Een bol bestaat uit wortels, de bolschijf en rokken (met reservevoedsel). 

Slide 17 - Slide

Bollen
 Tussen de rokken bevinden zich meerdere knoppen. Uit 1 ontstaat een plant in het voorjaar, de rest van de knoppen ontwikkeling zich tot nieuwe bollen.

De nieuwe plant en de nieuwe bollen hebben dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouderplant. 

Slide 18 - Slide

Weefselkweek
Plantenkwekers doen veel aan ongeslachtelijke voortplanting. -> vermeerderen van planten 
-> weefselkweek 

De knoppen worden van de plant gesneden = groeipunt 


Slide 19 - Slide

Weefselkweek
De kweker doet de groeipunten in buisjes
-> kleine plantjes
-> na 6 weken nieuwe groeipunten aan de plantjes

Binnen een jaar kan een kweker uit één plant meer dan 50.000 nieuwe planten maken!


Slide 20 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 21 - Slide

Kwallen
Er zijn enkele dieren die zich ongeslachtelijk kunnen voortplanten: bijv. de kwal.

Zie afbeelding hoe de levenscyclus van een kwal is. 

Slide 22 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Angelo, Daan, Philip, Vince & Justin jullie maken zelfstandig opdracht 1 t/m 6 op blz 189 t/m 191.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Jules of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1 + 2.

Slide 23 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 6 op blz. 189 t/m 191.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je de theorie nog eens lezen op blz. 186 t/m 188
timer
1:00

Slide 24 - Slide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder?
- kun je voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting?

Slide 25 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk: 
Woensdag 29 mei
6.6 opdracht 1 t/m 6

Toetsen: 



Slide 26 - Slide