Het voedseletiket

1 / 28
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolmavoLeerjaar 6

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat staat er allemaal op het voedseletiket?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Het voedseletiket volgens de EU
Opdracht:
  1. We bekijk een filmpje over het voedseletiket.
  2. Beantwoord individueel de vragen in je cursus.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Met welk doel wil de Europarlement strengere regels voor het voedseletiket?
A
producent wil weten wat er in een voedingsmiddel zit .
B
consument wil weten wat er in een voedingsmiddel zet.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke wijzigingen stelt het Europarlement voor?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Welke landen behoren tot de EU

Slide 6 - Mind map

België, Bulgarije, Duitsland, Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië en Zweden. (26)

Waarom wil de EU strengere regels rond etikettering van voedsel?
A
Consument weet wat er in een voedingsmiddel zit
B
Producent weet wat er in een voedingsmiddel zit.
C
gezondheidsproblemen voorkomen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

4.3 Wat moet er op het etiket staan?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ingrediëntenlijst

Slide 10 - Slide

Op het etiket staan de ingrediënten vermeld. Met ingrediënten bedoelen we de onderdelen van het product, waaruit het bestaat. Het ingrediënt waarvan het meest gebruikt is in het product, moet als eerste vermeld staan. Vervolgens wordt het ingrediënt waarvan minder gebruikt is,… enz. Ook de additieven (E-nummers) moeten op de ingrediëntenlijst staan.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

Van onderstaande allergenen moet je eerst weten waarvoor het allergeen staat.
glutenbevattende granen: tarwe, rogge, gerst en haver
weekdieren: mossel, oester, slak, inktvis en de sint-jacobsschelp.
lupine: Lupine is een peulvrucht. Lupine wordt onder andere gebruikt in vleesvervangers en als productverbeteraar in brood en bakproducten. Daarom is het niet aan te raden om volgende voedingsmiddelen te eten wanneer je intolerant of allergisch bent voor lupine: bladerdeeg,brood, chocolade, dressing, gepaneerde producten, koek, meergranenbrood.
zwaveldioxide: zwaveldioxide is een kleurloos gas, gebruikt als conserveermiddel. Het remt enzymatisch en microbieel bederf. Zwaveldioxide lost op in de waterfase van een product, waarbij een zuur ontstaat. Dit zuur zorgt voor de eigenlijke werking. Zwaveldioxide komt vooral voor in gedroogd fruit, wijn en mosselen.
Opdrachten:
Schrijf op welke allergenen voorkomen in volgende voedingsmiddelen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waarvoor staat "e"
A
net voldoende
B
exact
C
te weinig
D
ongeveer

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

Vul de tekst in je boek!
Wat is het verschil tussen TGT en THT?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

Lotnummers zijn unieke nummers die worden toegekend aan producten van een levering of productie. Met dit nummer kunt u dus de producten volgen binnen het productieproces van levering tot productie of van productie tot verkoop.
Op de verpakking van een voedingsmiddel wordt aangegeven wanneer het werd gemaakt en tot hoelang het houdbaar is. LOT geeft meestal de datum aan waarop het voedingsmiddel werd gemaakt. Eerst wordt het jaartal, nadien de maand en tenslotte de dag aangegeven. De maand wordt weergegeven met een letter.

Slide 22 - Slide

De bewaarvoorschriften of gebruiksvoorwaarden moeten verplicht worden weergegeven als die van invloed zijn op de houdbaarheidsdatum:
bij te koelen levensmiddelen zoals yoghurt: "te bewaren op max 7°C";
bij diepvriesproducten: "na ontdooiing niet opnieuw invriezen";
op dranken: "uit de zon en op een droge, koele plaats bewaren".
Als de bewaarvoorschriften niet worden nageleefd, vergroot de kans op bederf en op de groei van ziekmakende bacteriën. Het is daarom belangrijk om levensmiddelen altijd bij de aangegeven temperatuur te bewaren en niet meer te gebruiken zodra de uiterste houdbaarheidsdatum is verstreken.

Verantwoordelijke producent

Slide 23 - Slide

Dit is de firma die het voedingsmiddel geproduceerd heeft. Hiervan moet naam, adres en land vermeld worden.

Opdracht:
Zoek op de verpakking “Zalmfilet” wie deze geproduceerd heeft.

Nutri-score
  1. Lees het artikel "Nutri-Score op supermarktrek niet  zaligmakend"
  2. Beantwoord de vragen over nutrisore klassikaal
  3. Maak de oefeningen in je cursus

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is de nutri-score?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Waarmee houd de nutri-score rekening?

Slide 26 - Mind map

Zo veel mogelijk:
- vezels
- eiwitten
- fruit 
- groenten 

beperkt :
- calorieën
- verzadigde vetten
- suikers
- zout
Vind jij de nutri-score handig?
Ja
Nee

Slide 27 - Poll

This item has no instructions

Waarom is volgens het artikel de nutri-score niet efficiënt?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions