4.1 Ontwikkeling van het leven

Evolutie
4.1 Ontwikkeling van het leven
Spullen op tafel
Telefoon in het zakkie op tafel
Jas uit en over je stoel
Tas op de grond
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Evolutie
4.1 Ontwikkeling van het leven
Spullen op tafel
Telefoon in het zakkie op tafel
Jas uit en over je stoel
Tas op de grond

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Slide 3 - Open question

Wat is het genotype van
nummer 7 in de stamboom?
A
AA
B
Aa
C
aa

Slide 4 - Quiz


A
De ziekte is dominant
B
De ziekte is recessief

Slide 5 - Quiz


Bij de mens komen twee gekoppelde genen voor: A en B. Hoe groot is de kans (procenten) dat een vader en een moeder met een chromosoompatroon zoals hiernaast een kind krijgen met genotype aaBb?  

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

1. Door kruising van een witte slak en een zwarte slak ontstaat een F1 met erg veel nakomelingen, die voor 100% uit grijze slakken bestaat.
De F1 wordt onderling doorgekruist.
a. Hoeveel procent van de grijze slakken in de F2 is homozygoot?
b. Hoeveel procent van de homozygote slakken in de F2 is wit?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt benoemen uit welke periode de eerste levende organismen op aarde stammen.
  • Je kunt het ontstaan van prokaryoten en eukaryoten beschrijven.
  • Je kunt het ordeningssysteem van organismen beschrijven en toepassen.


Slide 11 - Slide

Binas 94A: "Geologische tijdrekening"

Slide 12 - Slide

Miller-Urey experiment
Creeren van organische stof (o.a. suikers en aminozuren) uit een mengsel van ammoniak, methaan, water en waterdamp.

Elektrische ontladingen uit bliksem als katalysator voor chemische evolutie.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Twee soorten voedsel
  • Anorganische stoffen
    stoffen met kleine moleculen. H2O, NO3, CO2, PO4, etc.

  • Organische stoffen:
    stoffen die door organismen zijn gemaakt. Ingewikkelde grote moleculen, bevatten vaak C, H en O. bijv. glucose  C₆H₁₂O₆

Slide 15 - Slide

Organisch of anorganisch?
Anorganisch

Organisch
Eiwit
NaCl
Glucose
DNA
Zuurstof

Slide 16 - Drag question

wat is ook alweer heterotroof?
A
verbruikt geen CO2 en stoot wel uit
B
kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken
C
kan niet uit anorganische stoffen organische stoffen maken
D
heeft zuurstof nodig

Slide 17 - Quiz

Zijn mensen autotroof of heterotroof?
A
Autotroof
B
Heterotroof

Slide 18 - Quiz

Eerste levende cellen
Zelforganistie van organische stoffen uit oersoep.

Of in de buurt van black smokers

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Prokaryoot vs Eukaryoot

Slide 21 - Slide

Prokaryoten en Eukaryoten 
Pro = voor....Voordat er kernen waren
Karyon = Kern
Eu=  Echt

prokaryoten = zonder kern
eukaryoten = met kern.                                                  


Slide 22 - Slide

ENDOSYMBIOSETHEORIE: ontstaan van eukaryoten (cellen met een celkern, dubbele membranen en organellen) binas tabel 94C

Slide 23 - Slide

Cyanobacterien
bijzonderheden:

foto-autotroof
stikstofbinders
toxisch

groeien vooral in warm, vervuild, zuurstofarm water

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Endosymbiose theorie

Slide 26 - Slide

Sleep de gele kaders in de juiste volgorde in de rode kaders. 
Meercelligheid
Ontstaan celkern
Ontstaan celmembraan
Ontstaan mitochondriën
Ontstaan chloroplasten

Slide 27 - Drag question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Ordening op basis van
- celwand
- celtype: prokaryoot of eukaryoot
- eencellig / meercellig
- autotroof / heterotroof
- vorm
Binas 78: "De vier rijken"

Slide 30 - Slide

Tot welk domein behoort
deze cel?
A
Planten
B
Dieren
C
Prokaryoot
D
Eukaryoot

Slide 31 - Quiz

verder onderverdelen:
ezelsbruggetje:
Leven

DR Scheikunde OF geschiedenis

DR SK OF GS
Rijke Stinkerds Krijgen Op Familiefeesten Grote Stukken Rosbief

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Binaire naamgeving

Soorten krijgen een wetenschappelijke naam: de binaire naamgeving.
  • Geslachtsnaam en soortaanduiding
  • Geslachtsnaam is voorop, met grote letter
  • Soortaanduiding is achterop, met kleine letter.
Bijvoorbeeld: Ursus arctos (bruine beer)

Slide 34 - Slide

Prokaryoot of eukaryoot?
A
prokaryoot
B
eukaryoot

Slide 35 - Quiz

Een eukaryoot: Wat is waar?
A
Is klein ten opzichte van een prokaryoot
B
Heeft altijd een celwand
C
Bevat complexe celstructuren
D
Het DNA ligt los in de cel

Slide 36 - Quiz

Autotroof
Heterotroof 

Slide 37 - Drag question

Prokaryoot, kan hetero- of autotroof zijn. 
Geen celwand, heterotroof
Wel een celwand, heterotroof

Wel een celwand en celkern, autotroof
Dier

Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 38 - Drag question


De Coloradokever leeft onder andere op de Aardappel (Solanum tuberosum L.), op de Tomaat (Solanum lycopersum L.) en op Bitterzoet (Solanum dulcamara L.).
Behoren deze planten tot hetzelfde genus (geslacht)? En tot dezelfde soort?
A
Alleen dezelfde soort
B
Zowel zelfde soort als geslacht
C
Alleen zelfde geslacht

Slide 39 - Quiz


Rechts zie je de 4 rijken staan. Sleep het juiste rijk naar de bijbehorende cel.
Dier

Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 40 - Drag question

Nabespreken
  • Je kunt benoemen uit welke periode de eerste levende organismen op aarde stammen.
  • Je kunt het ontstaan van prokaryoten en eukaryoten beschrijven.
  • Je kunt het ordeningssysteem van organismen beschrijven en toepassen.


Slide 41 - Slide

Huiswerk
Leren en maken 4.1

Slide 42 - Slide