3H 6-10

β™₯lich Willkommen!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

β™₯lich Willkommen!

Slide 1 - Slide

Programma
  • Start
  • Herhaling Grammatik 
  • Schrijfopdracht
  • Keuzewerktijd 





Slide 2 - Slide

Am Ende der Stunde:
  1. Kun je de werkwoorden haben & sein zowel in de tegenwoordige tijd als in de verleden tijd vervoegen.
  2. Kun je het werkwoord werden vervoegen. 
  3. Kun je het weer aan de hand van een weerkaart beschrijven in het Duits.
  4. Heb je geoefend voor het tentamen van volgende week. 

Slide 3 - Slide

Weißt du noch?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

ich 
du
er/sie/es 
wir
ihr
sie/Sie
sind 
bin
seid
bist
ist
sind
hat
hast
haben
habt
haben
habe

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
war
waren
waren
wart
war
warst

Slide 8 - Drag question

Ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
hatte
hatten
hatten
hattet
hatte
hattest

Slide 9 - Drag question

Wo wart ihr?
Wir waren am Strand
Hattet ihr gutes Wetter?
Ja, es war warm.
Wo warst du?
Ich war in der Stadt.
Hatten Sie schon reserviert?
Meine Frau hatte einen Tisch reserviert.
Sie war hier gestern.
Aber wir hatten ihm geholfen.
Ich hatte Autopanne.
waren jullie
wij waren
hadden jullie
het was
was jij
ik was
had u
zij had
zij was
we hadden
ik had

Slide 10 - Drag question

Ik kan de werkwoorden haben en sein zowel in de t.t & v.t vervoegen
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 11 - Poll

Am Ende der Stunde:
  1. Kun je de werkwoorden haben & sein zowel in de tegenwoordige tijd als in de verleden tijd vervoegen.
  2. Kun je het werkwoord werden vervoegen. 
  3. Kun je het weer aan de hand van een weerkaart beschrijven in het Duits.
  4. Heb je geoefend voor het tentamen van volgende week. 

Slide 12 - Slide

werden
Grammatik

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 15 - Drag question

werden (ich)
A
werde
B
wirde
C
werd
D
wird

Slide 16 - Quiz

werden (wir)
A
wirden
B
werden
C
werdet
D
wirsten

Slide 17 - Quiz

werden (du)

Slide 18 - Open question

werden (ihr)
9/10

Slide 19 - Open question

Am Ende der Stunde:
  1. Kun je de werkwoorden haben & sein zowel in de tegenwoordige tijd als in de verleden tijd vervoegen.
  2. Kun je het werkwoord werden vervoegen. 
  3. Kun je het weer aan de hand van een weerkaart beschrijven in het Duits.
  4. Heb je geoefend voor het tentamen van volgende week. 

Slide 20 - Slide

Ik kan het werkwoord werden vervoegen
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 21 - Poll

Das Wetter
Wat? Beschrijf het weer in het Noorden, Westen, Oosten en Zuiden van Duitsland en kies een stad waarvan je het weer beschrijft.
Hoe? Zelfstandig en uitwerken op het stencil/boek
Hulp? Sprachmittel blz 33 & 51 en Lernliste 48
Uitkomst?  Feedback vragen aan docent
Klaar? Keuzewerktijd:
1. Opdrachten boek afronden
2. Quizlets leren.
3. Proeftoets of slimstampen in de online-methode oefenen.

Slide 22 - Slide

Am Ende der Stunde:
  1. Kun je de werkwoorden haben & sein zowel in de tegenwoordige tijd als in de verleden tijd vervoegen.
  2. Kun je het werkwoord werden vervoegen. 
  3. Kun je het weer aan de hand van een weerkaart beschrijven in het Duits.
  4. Heb je geoefend voor het tentamen van volgende week. 

Slide 23 - Slide