Paragraaf 1.2

Welkom
- Pak je schrift, pen, boek en rekenmachine.
- Laptop (nog) niet nodig, dus dicht en in je tas. 
- Iedereen s.v.p. op eigen plek tenzij ik een plaatswissel van je coach doorgekregen heb (voor mij erg fijn nog steeds om jullie namen juist te hebben).
- Praat niet met elkaar en door me heen als ik wil beginnen met de les (en dat wil ik snel).
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom
- Pak je schrift, pen, boek en rekenmachine.
- Laptop (nog) niet nodig, dus dicht en in je tas. 
- Iedereen s.v.p. op eigen plek tenzij ik een plaatswissel van je coach doorgekregen heb (voor mij erg fijn nog steeds om jullie namen juist te hebben).
- Praat niet met elkaar en door me heen als ik wil beginnen met de les (en dat wil ik snel).

Slide 1 - Slide

Regels
- Praat niet door me heen als ik aan het woord ben 

- Heb je een vraag of wil je wat zeggen? Steek je hand op

- Neem een actieve houding aan in de les vanaf het begin (rechtop, gezicht en voeten naar voren, voeten op de grond). Bij een slechte houding geldt hetzelfde als hierboven

Slide 2 - Slide

Regels (2)
- Als ik jullie zelf laat werken, dan geldt: zachtjes overleggen toegestaan (over de stof)



Slide 3 - Slide

Planning
- Paragraaf 1.2 gezamenlijk doornemen: doe actief mee met de les

- Als je bij bent of zelf graag verder wilt werken, geef het aan bij mij. 

- Daarna zelfstandig sommen maken en 
ruimte om vragen te stellen


Slide 4 - Slide

Planning (2)
- Optioneel: herhalen stukje paragraaf 1.1 ( ook klassikaal): sommen en
begrippen, na het klassikale gedeelte over 1.2  



Slide 5 - Slide

Belangrijk
- Schrijf mee/doe mee op het moment dat ik dat van jullie vraag (straks bij sommen bijvoorbeeld). Veel van de theorie staat ook in het boek van wat ik vertel dus dan is het niet per sé nodig wat mij betreft. 

- We gaan ook sommen doornemen uit het boek (heb je deze al gedaan of vind je deze makkelijk: werk verder, maar er zijn ook herhalingsopdrachten achterin het boek, plusopdrachten voor meer uitdaging en ook meer sommen met rekenen). Wil je hier uitwerkingen van, geef me een seintje of bericht via Magister, dan zet ik ze online.

- S.O. nog niet nagekeken (o.a. door ziekte), deze bespreken we volgende week.



Slide 6 - Slide

Belangrijk (2)
- De tijd is beperkt. Volgende week vrijdag studiedag (dus lesuitval), ook nog de toets bespreken. Dus netto hebben we na vandaag nog 2,5 les: voor paragraaf 1.3, 1.4 en herhalen hoofdstuk 1 en wegwerken 'open eindjes'. 

- Ik ga daarom meer van jullie eigen verantwoordelijkheid vragen (zelf lezen en zelf sommen maken, misschien wel hierop controleren vanaf volgende week)


Slide 7 - Slide

Paragraaf 1.2

Slide 8 - Slide

Soorten uitgaven:
  • Huishoudelijke uitgaven
  • vaste lasten
  • incidentele uitgaven

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Incidentele uitgaven
Vaste lasten
Huishoudelijke uitgaven

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

Som 17 en 19?
Verder:

- Weten jullie wat een WW-uitkering is? En een bijstandsuitkering?

- Wat voor type inkomen is dat? 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Som 20 t/m 22

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

y= hoeveelheid product y

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Som 23 t/m 25

Slide 19 - Slide

Budgetlijn 
tekenen

Slide 20 - Slide

Som 27 t/m 29

Slide 21 - Slide

Verder vandaag
- Afmaken sommen paragraaf 1.2

- Nog tijd voor korte herhaling 1.1? 

- Of vragen over sommen?

- Beginnen aan 1.3 (moeten we snel doorheen)

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 1.2: sommen afmaken

Paragraaf 1.3: zelf lezen en maken t/m opgave 39 (eigen verantwoordelijkheid)


Slide 23 - Slide

Stukje herhaling 1.1

Slide 24 - Slide

Er zijn primaire en secundaire behoeften. Geef een voorbeeld van een secundaire behoefte.

Slide 25 - Mind map

Met welke twee belangrijke middelen kun je je behoeften vervullen?

Slide 26 - Open question

Als je veel behoeften hebt, maar beperkte middelen om in die behoeften te voorzien, dan noemen we dat:
A
Prioriteit
B
Schaarste
C
Consumeren

Slide 27 - Quiz

Het verschil tussen goederen en diensten is dat diensten tastbaar zijn en goederen niet.
Deze stelling is:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Is onderstaande voor gebruik of verbruik?
Gebruik
Verbruik
Benzine in een auto
Computer
Vrachtwagen
Sla voor in een salade
Mobiele telefoon

Slide 29 - Drag question

Wat betekent alternatief aanwendbaar?
A
dat het op kan gaan
B
dat je er niets voor hoeft te doen
C
dat je het op verschillende manieren kunt gebruiken
D
dat je ervoor moet werken om het te krijgen

Slide 30 - Quiz

Wat is zelfvoorziening?
Zelfvoorziening is goederen en diensten
A
laten maken door bedrijven.
B
laten maken door de overheid.
C
die je voor je zelf maakt.
D
laten maken door iemand anders.

Slide 31 - Quiz